Veel gemeenten werken wijk- of kerngericht om in hun beleid en uitvoering rekening te houden met verschillen tussen gebieden. De werkwijze vraagt nieuw ambtelijk vakmanschap en vlotte samenwerking tussen domeinen binnen de gemeente. Dat is in niet altijd gemakkelijk. Om wijkgericht werken in de praktijk verder te helpen, is al doende leren behulpzaam: vanuit deze praktijk reflecteren op de gemeentelijke organisatie van de wijkgerichte werkwijze. In de werkplaatsen wijkgericht werken laten Platform31, LPB en A&O fonds gemeenten, de deelnemers reflecteren op de praktijk. In dit artikel laten we zien hoe dat werkt. We illustreren dit met de voorbeelden van de gemeenten Altena, Schiedam en Venlo die participeerden aan de werkplaatsen.
Hoewel wijk- en sectorambtenaren bij dezelfde organisatie werken, komen ze elkaar niet iedere dag tegen. Om die reden werkten we in de werkplaatsen met trio’s van de gemeenten: wijkambtenaren plus collega’s uit het fysieke en sociale domein. De werkplaatsen waren voor sommigen een eerste, domeinoverstijgende kennismaking. Ieder trio bracht een casus mee van een vraagstuk met een wijkcomponent, zoals de huisvesting van statushouders in de wijk of het faciliteren van jongeren die een skatepark willen aanleggen. LPB en Platform31 organiseerden de werkplaatsen. Iedere bijeenkomst was er een inspirerende spreker, gezamenlijke kennisuitwisseling en een opdracht die de eigen casus verder hielp. Tussen de bijeenkomsten krijgen de trio’s huiswerk mee die helpen bij het nadenken over hoe de lessen uit de werkplaatsen in praktijk gebracht kunnen worden. Doel is om niet alleen de casus een stap verder te helpen maar ook om meer inzicht te krijgen in hoe integraal wijkgericht werken georganiseerd kan worden in jouw gemeente en wat jouw positie in deze werkwijze is.
Organogram geeft eerste indruk
Eén van de eerste vragen aan de deelnemers was om te duiden hoe wijkgericht werken in het organogram van hun gemeente past. Dit geeft inzicht in hoe het wijkgerichte werken gepositioneerd is ten opzicht van andere domeinen of het bestuur. Hieronder staat ter illustratie het organogram van de gemeente Altena. De gemeente lijkt met dit organogram te willen laten zien dat ze middenin de maatschappij staat. Het valt het op dat er geen directe hiërarchie te zien is in de afbeelding. Kerngericht werken – de naam van de werkwijze in Altena – is niet apart genoemd in het organogram. De deelnemers uit Altena hebben aangegeven dat kerngericht werken inhoudelijk hoort bij de directie externe oriëntatie en onderdeel is van team Samenleving. Vanuit deze positie lijkt het organogram aan te geven dat er op gelijkwaardig niveau samengewerkt wordt met alle andere domeinen in Altena. De wijkambtenaar lijkt dan ook een integrale opdracht te hebben. De directeur externe oriëntatie staat vlakbij de algemeen directeur en het college. De afstand tussen bestuur en wijkambtenaar lijkt – afgaand op het organogram – klein.
Schuiven vanuit de praktijk
Het voorbeeld laat zien dat een organogram een eerste indicatie geeft van het wijkgerichte werken in de praktijk maar tegelijkertijd mist er veel informatie. Daarom heeft Platform31 samen met het LPB de schuifoefening ontwikkeld. Deze oefening gebruikt de metafoor van een mengpaneel waarin iedere gemeente het wijkgerichte werken op een eigen manier afstemt. Is er in de gemeente op een categorie geen keuze gemaakt, dan staat een schuif in het midden. Is er wel een keuze gemaakt, dan wordt de schuif hoger of lager geplaatst. De oefening werd in de werkplaatsen ingevuld door de trio’s vanuit hun eigen kennis en ervaringen. Er zijn vijf categorieën: positionering intern, proces met bewoners, proces binnen gemeente, bestuur en politiek en communicatie. Deze categorieën worden hieronder aan de hand van de drie gemeenten toegelicht.
Positionering intern
De positionering intern van wijkgericht werken hangt samen met het organogram van de gemeente. Het gaat erover of wijkambtenaren bij een sectorteam horen of een generalistische opdracht hebben. En hebben zij een eigen budget of mandaat? In de gemeente Altena hebben ze de schuif vrij hoog gepositioneerd, onder andere omdat het team daar een eigen programmabudget heeft. De gemeente Venlo positioneert zichzelf lager omdat de wijkambtenaar geen eigen budget heeft. De vraag is of een eigen budget altijd nodig is. Het voordeel is dat wijkambtenaren zelf kunnen bepalen wat nodig is. Andersom geeft het niet hebben van budgetverantwoordelijkheid de wijkambtenaar meer ruimte om zich op procesmanagement te richten.
Proces met bewoners
De tweede categorie is het proces met bewoners. Een schuif bovenaan betekent dat er op een structurele manier wordt omgegaan met bewonersinitiatieven en/of lokale democratie. Zo plaatst de gemeente Schiedam de schuif bovenaan omdat zij veel instrumenten beschikbaar hebben voor initiatieven en bewoners veel gestimuleerd worden tot initiatief. Een schuif onderaan betekent dat er per situatie wordt bekeken hoe dit het beste opgepakt kan worden in de organisatie. In de gemeente Altena merken ze bijvoorbeeld dat signalen van bewoners breed in de organisatie binnenkomen. Dit kan ervoor zorgen dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor burgerinitiatieven maar het risico is versplintering. In alle drie de gemeenten is een budget beschikbaar voor initiatieven.
Proces binnen gemeente
Ook het proces binnen de gemeente kan op meerdere manieren georganiseerd worden. Een hoge schuifpositie betekent een positie bovenaan gestructureerde, duidelijke werkprocessen met bijvoorbeeld een gebiedscyclus. In elk beleidsplan is aandacht voor een gebiedscomponent. Dat is niet de keuze die gemaakt is in de drie gemeenten die meededen aan de werkplaatsen. De gemeenten geven aan dat er wel in de hele organisatie aandacht is voor wijkgericht werken maar dat dit nog niet altijd leidt tot soepele integrale werkprocessen. Zo geeft de gemeente Venlo aan dat er wel samenlevingsagenda’s zijn per wijk maar dat deze nog relatief sectoraal uitgevoerd worden. De drie gemeenten hebben de schuif daarom onderaan geplaatst.
Bestuur en politiek
De categorie bestuur en politiek staat voor de mate waarin wijkgericht werken ook op de bestuurlijke agenda staat. Een schuif bovenaan staat een hoge mate van bestuurlijke betrokkenheid. De drie gemeenten geven aan dat de afstand tot bestuur en wijkambtenaar laag is. Ze lopen als het ware zo binnen bij de wethouder. In de gemeente Venlo en Altena zijn wijk/kernwethouders, in de gemeente Schiedam niet. Een wijkwethouder kan een middel zijn om het bestuur structureel te betrekken bij een gebied. De gemeente Altena plaatst zich hoog op de schuiven omdat wijkgericht werken is doorgevoerd in de sturings- en organisatiefilosofie.
Communicatie
De laatste categorie gaat over communicatie. Kies je ervoor als gemeente om gemeentebreed te communiceren of communiceer je per gebied? En is er in de interne communicatie aandacht voor de gebieden? De gemeenten geven alle drie aan dat de communicatie niet structureel voor ieder gebied gedaan wordt. Soms wordt de communicatie wel gebiedsgericht opgepakt wanneer dit nodig is.
Samenhang en helderheid
De schuifoefening hielp de gemeenten om de samenhang tussen de verschillende categorieën te zien. Zo worden drempels in de praktijk verklaard. Een wijkambtenaar kan goed gepositioneerd zijn binnen de gemeentelijke organisatie maar toch moeite hebben met het realiseren van bewonersinitiatieven omdat hier geen structurele aandacht voor is. Of er kan bestuurlijk veel aandacht zijn om te komen tot wijkgerichte oplossingen maar deze komen niet van de grond omdat er ambtelijk niet structureel verschillende domeinen samenkomen. Het systematisch nadenken over de organisatiestructuur geeft helderheid in de eigen positie van het wijkgericht werken in de organisatie. Een probleem in de uitvoering, of een project dat vastloopt, kan worden vlot getrokken door vanuit de organisatiestructuur mogelijke oplossingen te benoemen. Hierdoor komen alternatieven in beeld voor de gebruikelijke samenwerking.
Lokale agenda en competenties
In de werkplaatsen was de schuifoefening de eerste stap om te komen tot een lokale agenda voor de casus. Matthijs Uyterlinde gaf de deelnemers een introductie op een wendbare wijkaanpak en Radboud Engbersen van Movisie vertelde over de sociale basis. Iedere bijeenkomst zijn de deelnemers aan de slag gegaan met opdrachten waarin ze de link legden tussen de presentaties en hun eigen casus. Én de deelnemers kregen huiswerk mee. Op deze manier keken de deelnemers met verschillende brillen op een systematische manier naar de gemeentelijke werkwijze van wijkgericht werken. Tenslotte is het van belang om de benodigde competenties van ambtenaren scherp te hebben die betrokken zijn bij wijkgericht werken. Niet iedere ambtenaar is geschikt om bijvoorbeeld een netwerk in de wijk te onderhouden, en dat hoeft natuurlijk ook niet. Het is de kunst om de juiste mensen op de juiste posities in te zetten binnen de gekozen organisatiestructuur. Als wijkambtenaar is het de kunst om de collega’s te betrekken die over de juiste competenties beschikken. In de werkplaatsen is daarom afgesloten met een presentatie over nieuw ambtelijk vakmanschap. De ambtenaar die van buiten naar binnen werkt, heeft andere taken en competenties dan de traditionele ambtenaar. In de werkplaatsen heeft Merlijn van Hulst dit toegelicht aan de hand van zijn onderzoek naar Publieke Bricoleurs.
Heb je interesse?
Ook in 2020 organiseren Platform31, LPB en A&O weer een ronde werkplaatsen. Ook in deze derde editie worden de deelnemers uitgedaagd om op een andere systematische manier te reflecteren op de gemeentelijke organisatie van wijkgericht werken én de eigen rol hierin. Meedoen? We houden je op de hoogte! Laat het weten aan: emre.can@platform31.nl