Gebiedsgericht voorbeeld: de Amsterdamse wijkaanpak

27 februari, 2018 - Webredactie

Al in de jaren zeventig en tachtig wilden ze in Amsterdam de lokale democratie versterken en de gemeentelijke diensten dichter bij de burger brengen. Laagdrempeligheid stond hoog in het vaandel, net als de kleine schaal. Dit leidde tot het ontstaan van deelraden. Deze vroege decentralisatie heeft een stevige impuls gegeven aan het gebiedsgericht werken zoals ze dat nu in Amsterdam kennen.

Desondanks wilde men op een gegeven moment af van die energievretende bestuursorganen met gekozen bestuurders en raadsleden. Deels onder Haagse druk en deels uit financiële overwegingen, werden de deelraden afgeschaft en vervangen door minder gepolitiseerde bestuurscommissies. Dit heeft het speelveld, ook voor het gebiedsgericht werken, ingrijpend veranderd.

Het beleid
Wellicht dat ze in Amsterdam de schaduwzijden ervoeren en nu voor de opmerkelijke centralisatie kiezen. De beroemde burgerkrachtdiscussie is echter aan Amsterdam niet voorbijgegaan en het gebiedsgericht werken als richtinggevend idee is nog steeds springlevend.

Stadsdeel Oost is daar een goed voorbeeld van. Daar is het gebiedsgericht werken al geruime tijd terug geïncorporeerd in de politieke cultuur en in de ambtelijke organisatie. Er zijn participatiemakelaars werkzaam en de stadsdeelbegroting is destijds opgeknipt in zogeheten buurtbegrotingen. Per gebied worden – na grondige inspraak van burgers – de opgaven, activiteiten en financiële inzet vastgelegd. Deze werkwijze wordt al doende verbeterd. In Oost heeft het gebiedsgericht werken echt een integraal karakter.

De aanpak
Gebiedsgericht werken zien ze in Amsterdam als een filosofie die je vanuit de lokale context doet denken. Het is een manier om de omgekeerde kracht zo te organiseren dat die thema’s overstijgt en beleidskokers doorbreekt. Het nodigt uit tot breed kijken, breder dan de blik die je al hebt als bijvoorbeeld planoloog, sociaal werker of schooldirecteur.

Eigenlijk is gebiedsgericht werken een poging om tot een verfijning te komen van instrumenten, beleid, professionele inzet. Maar ook een manier om een middenweg te vinden tussen allerlei vormen van beleid, of het nou fysiek, sociaal, economisch of cultureel beleid betreft. De toonaangevende overtuiging is dat het in het belang van de lokale omgeving moet zijn. Dit vraagt om zorgvuldig handelen, niet alleen om morele of politieke redenen, maar ook omdat het efficiënter is.

Het vakmanschap
Vakmanschap schuilt in goed kunnen schakelen tussen het stadsdeelniveau, het ambtelijke wereldje en de wijk. Een gave waar gebiedsmakelaars zeker mee uitgerust moeten zijn. Zij kennen mensen in de wijk en kunnen ze met elkaar in aanraking brengen en in beweging krijgen. Zij regelen veel achter de schermen, zijn een soort stille kracht die ervoor zorgt dat dingen mogelijk worden – via hen, maar zonder dat het om hen draait. Deze beroepskracht bouwt voortdurend aan zijn netwerken en weet wanneer en hoe hij die kan inzetten. Dit soort gebiedswerkers moeten werken met een vrije opdracht en goed worden betaald.

Ook al is het de bedoeling dat de gebiedswerkers een groot deel van hun werktijd buiten werken, dat blijkt in de praktijk vaak niet zo te zijn. De gebiedsmakelaars in Amsterdam zijn verantwoordelijk voor bijna alles: van eenzaamheid tot leefbaarheid en veiligheid. Ze moeten daarnaast rapporteren aan hun leidinggevenden.

Voor een deel is dit onontkoombaar omdat ze onderdeel zijn van een systeemwereld met gebiedsplannen en -analyses. Toch is het jammer dat de gebiedswerkers opgeslokt worden door die wereld en ze weinig ruimte krijgen om hun vakmanschap in te zetten. Dat is geen kwade wil, maar heeft te maken met hoe de systeemwereld is ingericht. Dit kan het draagvlak voor het gebiedsgericht werken ondermijnen.

Blik op de toekomst
In Amsterdam woont nog altijd een grote diversiteit aan groepen: hoog- en laagopgeleid, jong, oud, gezinnen met en zonder kinderen, alleenwonenden, mensen met werk en mensen met een uitkeringen, studenten. Hoe zorg je er voor dat de stad een inclusieve stad blijft waar mensen in min of meer gemengde wijken wonen, samenkomen in publieke ruimtes rondom scholen, bibliotheken, voorzieningen en winkels die je toch al met elkaar deelt?

Gebiedsgericht werken kan een rol spelen in het inclusief en divers houden van de stad. Het zorgt er namelijk voor dat stadsontwikkeling aansluit op de wensen, verlangens en leefwijzen van de uiteenlopende populatie die er nu is. Daarbij moet niet worden vergeten dat sommige mensen veel beter zijn in het naar voren brengen van hun wensen, eisen en belangen dan anderen. Via gebiedsgericht werken kun je die stillere groepen bij het wijkproces betrekken en daarmee zorgen dat er een goede balans is in de buurt. Daarmee voorkom je extremen, hou je de stad leefbaar en schep je en passant een gunstig klimaat.

Bij gebiedsgericht werken is de doorvertaling naar de wijk essentieel, in combinatie met een degelijke werkaanpak. Dit vergt een goed geëquipeerde staf op stadsdeel- en gebiedsniveau, scherpe gebiedsanalyses, plannen met focus, krachtige uitvoering, meer lerend vermogen. De centrale stad en de stadsdelen doen er verstandig aan meer in versterking van de professionele kern van het gebiedsgericht werken te investeren.

Echter, veel instellingen worden betaald vanuit stedelijke subsidieregelingen. De zeggenschap voor de uitvoering ligt dan niet meer bij het gebied, maar bij ambtenaren uit centrale diensten. Deze staan heel ver van de uitvoering vandaan.

Dit heeft ook consequenties voor de uitvoering van gebiedsplannen en gebiedsprioriteiten die ieder jaar worden geformuleerd vanuit de gebieden. Deze zouden meer moeten leiden tot stedelijke speerpunten. Nu stellen de centrale diensten hun eigen prioriteiten en die matchen niet met de prioriteiten van de gebieden. Meer mandaat voor de gebiedsmanager richting centrale diensten kan hier verandering in brengen. Momenteel missen ze in Amsterdam de noodzakelijke bevoegdheden.

Deze samenvatting verscheen eerder op www.buurtwijs.nl

Een longread en interview met Peter Hazewindus (Projectmanagement Bureau Gemeente Amsterdam) en Stan Majoor (lector Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken, Hogeschool van Amsterdam) vind je ook op www.buurtwijs.nl

Afbeelding: www.wijck.com