Participatie ontleed: interview met Ben Kokkeler

29 april, 2020 - Webredactie

Participatie is een veelgebruikt, maar ook diffuus begrip. In een reeks van interviews probeert het Platform Stad en Wijk voorbij deze spraakverwarring te komen door dit begrip verder te duiden, trends te ontrafelen en inzicht te geven in de laatste onderzoeksresultaten. Ze interviewen Ben Kokkeler, lector Digitalisering en Veiligheid (Avans Hogeschool) naar zijn ervaringen. “Bepaalde platformtechnologie biedt grote kansen om tot nieuwe vormen van participatie te komen. […] Maar helaas, veel gemeenten hebben nog niet eens het begin van een visie op digitale burgerparticipatie in beeld. Het is nog een ratjetoe.”

Bent u als bewoner zelf actief in uw eigen stad of buurt?
“Ik ben voorzitter van de PvdA afdeling van de gemeente Enschede. Een grote en moderne afdeling waar volop nagedacht wordt over nieuwe vormen van democratie. Een paar jaar geleden zijn hier een paar mooie initiatieven rond participatie van de grond gekomen, zoals het D’RAN festival. Bedoeld om mensen en organisaties bij elkaar te brengen, te verbinden en om zo een dialoog te starten over democratische waarden. En ook G1000, stadsdialogen die resulteren in burgerbesluiten. In 2017 ging het bijvoorbeeld over hoe de stad om wil gaan met vuurwerk. Toen heb ik actief meegekeken, een erg leerzame en positieve ervaring.”

Dat zijn mooie voorbeelden van burgerparticipatie. Is er ook binnen uw eigen vakgebied, het veiligheidsdomein, een groeiende betrokkenheid van burgers?
“Jazeker. Zo schoten buurtpreventiegroepen de afgelopen jaren dankzij allerlei soorten apps als paddenstoelen uit de grond. Burgers die aan de hand van sociale media elkaar via tekst- en fotoberichten op de hoogte houden van inbraken, gestolen fietsen en verdachte personen. En dit vervolgens doorgeven aan de lokale instanties. Daardoor ontstaan er ook nieuwe vormen van samenwerking tussen burgercollectieven, politie en gemeente.”

Een mooi voorbeeld van hoe digitalisering en burgerbetrokkenheid gezamenlijk een bijdrage kunnen leveren aan een maatschappelijk vraagstuk. Klinkt als een win-win situatie.
“Niet helemaal. Er zijn – zeker in de begintijd – veel minder geslaagde buurtpreventiegroepen opgestart. Ik doel dan op de vele whatsapp-groepen die blindelings door wethouders geopend zijn met van die misleidende ‘officiële’ bordjes op de hoek van de woonstraat: ‘Hier waakt een whatsapp groep’. Men is zich onvoldoende bewust dat dit een vorm van publiek geld verbranden is aan een ‘gratis’ Amerikaans bedrijf. In een app die alle risico in zich draagt op het gebied van privacy, gossip, naming en shaming. En die uiteindelijk veel betere initiatieven uit de markt drukt omdat ze ‘gratis’ zijn, maar ondertussen zijn we in ruil voor die ‘gratis’ diensten wel vaak passieve dataleveranciers aan grote commerciële bedrijven.”

Is er op dat vlak een kentering gaande?
“Ja,  gelukkig begint het tij te keren en gaan steeds meer buurtpreventiegroepen aan de slag met betrouwbare software. Mensen zoeken naar serieuze alternatieven, apps die onder Nederlands toezicht staan, die veilig zijn. Erg mooi is ook dat er grootschalige coöperaties opkomen, gestart door burgers, die de data ‘over’ en ‘van’ hun leden willen beheren en zelf digitale apparatuur en diensten willen inkopen en beheren. Onder andere op het gebied van brand- en inbraakpreventie, sociale alarmering en leefbaarheid. We werken met zo’n coöperatie in Noord-Brabant samen. We doen daar ontwerponderzoek met behulp van de SIDN-regeling ‘Je data de baas’ en ontwikkelen zo stapsgewijs werk- en organisatievormen om tot een passende vorm van ‘datacommon’ te komen. Oftewel: door burgers beheerde platformen waarbinnen kwetsbare burgers veilig kunnen communiceren met elkaar en met ervaringsdeskundigen en waarbij ze het zelfbeschikkingsrecht houden over hun eigen data.”

Lees het interview verder op www.platformstadenwijk.nl