Gebiedsgericht voorbeeld: Alles stroomt via relaties en stagneert bij structuren

30 oktober, 2018 - Webredactie

Buurtwijs ontmoet Ady Hoitink en Esther Kersten bij het Hof van Cartesius, een verrassende plek waar duurzaamheid en creativiteit van af spatten. Hier spreken we over de Kracht van Zuilen, Bewonersbod, speelruimte, vertrouwen, maar ook over de dreigende tweedeling in Utrecht.

De Stichting Kracht van Zuilen ontstond in het Vorstelijk Complex. Een paar verpauperde schoolgebouwen in de Utrechtse wijk Zuilen werden prachtig gerenoveerd tot sociaal-cultureel centrum en restaurant. Een ambitieuze samenwerking tussen horeca, welzijn en cultuur moest een boost geven aan het sociale leven in de wijk én de boel exploitabel houden. Bezuinigingen op het welzijn in Zuilen maakten echter dat de benodigde verbinding tussen betrokken partners stroef verliep en de vertrouwde bewonersondersteuning juist afnam.

De omwonenden zoals Ady en Esther zagen hoe de sociale boost die het leven van hun kwetsbare buurtgenoten zou krijgen uitbleef. Zelf hadden ze wel ideeën over hoe dit anders kon en dus werden ze actief in het pand. De betrokken welzijnsorganisatie Me’kaar nodigde hen uit om hun plannen te realiseren door tijdelijk een deel van hun eigen budget voor deze opdracht aan de bewoners over te dragen. Een vooruitstrevende investering in bewonersinitiatief, waardoor de Kracht van Zuilen geboren werd en zich van meet af aan richtte op het bijdragen aan een inclusieve wijk.

In de praktijk was de samenwerking weerbarstiger. Sommige welzijnswerkers vonden de mondige bewoners maar lastig. En mede als gevolg van politieke keuzes in Utrecht, gingen welzijnsbestuurders bewonersinitiatieven als de Kracht van Zuilen steeds vaker als concurrenten zien. Elke vijf jaar gaan de regels en de schaalgrootte van het welzijnswerk in Utrecht immers op de schop. Geen prettige situatie voor de professionals in de wijk, ziet Esther: ‘Ze moeten integraal werken en breder kijken dan alleen hun opdracht, maar worden juist steeds verder ingekaderd in wat ze mogen doen. Hun bewegingsruimte wordt smaller terwijl ze een steeds breder effect moeten bereiken.’

Bewonersbod
Wie een beetje thuis is in de bewonersinitiatieven in Utrecht, denkt meteen aan het Bewonersbod. Een lokale regeling die bewonersinitiatieven de kans biedt maatschappelijke taken over te nemen.

‘Eigenlijk is het Bewonersbod heel smal in Utrecht. Het rust nog op een viertal pilots. Het is een verslapte vorm van Right to Challenge’, zegt Ady. Via een andere weg proberen bewonersinitiatieven er wel tussen te komen. Op welzijnsgebied is recent Samen030 ontstaan. Vier bewonersinitiatieven willen samen met Zorgbelang, een gevestigde zorgorganisatie, een bod doen op het sociaal makelaarschap. Maar in de kern is dat gewoon een aanbesteding, waarbij het natuurlijk wel bijzonder is dat bewonersinitiatieven in de ‘welzijnsmarkt’ stappen.

Bij de bewonersinitiatieven in de ruimtelijke sfeer is een manifest geschreven dat door meer dan 100 organisaties is ondertekend. Daar sturen ze nu aan op een Stadsakkoord met de gemeenteraad. Dat is een andere manier om een voet tussen de deur te krijgen in het krachtenspel tussen markt en gemeente. Ady: ‘Je ziet dat de gemeente Utrecht heel graag meer ruimte aan burgers en sociaal ondernemers wil geven, maar enorm worstelt met de vormen waarin het kan en de bijpassende normen. Daarin zit nog weinig speelruimte. Zodra je als bewonersinitiatief hogere ambities toont, moet je voldoen aan de regels van de markt.’

Dat kan wel tot mooie en vernieuwende resultaten leiden. ‘Het Hof van Cartesius waar we nu zitten, is daar een mooi voorbeeld van. Dat was een samenspel van twee sociale ondernemers, vaardige ambtenaren, en een vastgoedinvesteerder die er in geloofde. Het proces verliep niet vlekkeloos, maar ik begrijp dat alle partijen steeds opnieuw het vertrouwen wisten te herstellen waardoor een volgende stap gezet kon worden’, licht Ady toe.

Moeten bewonersinitiatieven zich dus op de (welzijns-)markt begeven? ‘Wij staan er sympathiek tegenover maar zien dat niet als scenario voor onszelf. Wij blijven een vrijwillige buurtorganisatie die met alle verschillende wijkprofessionals wil samenwerken. De relaties en het onderling vertrouwen staan hierin voorop. Elke relatie die we als buurtbewoners aangaan is blijvend. Sterke onderlinge relaties kunnen een heel werkzame infrastructuur in de buurt vormen. Alles stroomt via relaties en stagneert bij structuren. We willen de systemen best veranderen, maar daar zit niet onze energie. Immers, heeft dat invloed op de leefwereld van mensen in Zuilen? We willen impact ‘voor het echie’ in de wijk hebben.’

Geen ‘wijkaanpak’, maar wat dan wel?
‘Mensen in de wijk willen niet aangepakt worden,’ zegt Ady. ‘Wel willen ze minder versnippering. We willen dat het eigenaarschap en het opdrachtgeverschap veel meer in de buurt komen te liggen. Wat dan helpt, is dat je een gemeenschappelijke visie en opdracht hebt. Dat begint met gemeenschappelijke taal. Het helpt als we bijvoorbeeld allemaal streven naar inclusie, en dat doen via community opbouw en het versterken van persoonlijke sociale netwerken en collectieve verbanden. En dat we dan met die begrippen ongeveer hetzelfde bedoelen, of we nu bewoner, professional, ondernemer of ambtenaar zijn.’

Het tweetal ziet dat op deze punten afgelopen jaren zeker winst is geboekt. De stad wil een inclusieve stad worden en in het sociaal domein wordt ingezet op de ABCD methode, Asset Based Community Development.‘Wij zeggen liever: Alle Bronnen Communiceren en Delen. Dat is precies de manier waarop de Kracht van Zuilen werkt,’ aldus het tweetal.

De toekomst van de stad
De initiatiefneemsters denken dat een gezamenlijke buurt- of wijkagenda met bijbehorende zeggenschap over een deel van de geldstromen in de wijk, belangrijk is voor een vitale stad met vitale buurten. Een voorbeeld van een agendapunt: ‘Over vijf jaar is er minder armoede in Zuilen en zijn er meer wijkgebonden banen. De organisaties die in en voor onze wijk werken, hebben vaker wijkbewoners en ervaringsdeskundigen in dienst’. Dat kan door meer kleine tussentijdse participatieprocessen in te zetten. Mensen laten meedenken over de plannen en meepraten over de kwaliteit van de uitvoering ervan. Dat kan en moet nog veel intercultureler dan nu.

Het tegengaan van tweedeling en het werken aan sociale inclusie is volgens Ady en Esther de belangrijkste opgave voor Utrecht. Ady: ‘Utrecht is fysiek verdeeld in rijk en arm. De scheidslijn loopt nu schuin door de stad, alsof de stadsvlag met de rode en de witte hoek bovenop de stadskaart gelegd is. Binnenkort is wonen in Utrecht voor velen financieel niet meer haalbaar. We moeten met bewoners, organisaties, ondernemers en politieke partijen álle zeilen bijzetten om deze tweedeling te keren.’

Daarnaast heb je zeker ook leiderschap nodig: bij de politiek, de bazen van organisaties en de sleutelfiguren in de buurt. Binnen deze driehoek worden in Utrecht gesprekken gevoerd en dat is een hele grote stap voorwaarts. ‘Kritiek is hierin niet erg, je moet eerlijk zijn en plezier beleven aan de ingewikkeldheid waarin we met elkaar zitten. We willen met elkaar het zelfde bereiken: een samenleving waarin iedereen mee kan doen!’

Met deze eenvoudige, maar ware woorden sluiten we het gesprek af. Utrecht heeft mooie stappen gezet. Al is er nog een flinke ‘to do-lijst’ om af te werken voor de bewonersinitiatieven een erkende rol krijgen binnen de wijkaanpak.

Lees meer over de Utrechtse wijkaanpak.