De 5 mythes over burgerparticipatie

27 september, 2016 - Webredactie

Er zijn veel misinterpretaties over burgerparticipatie en wat het precies betekent. Dit artikel probeert een aantal misvattingen uit te leggen door te laten zien wat het verschil is tussen online en offline participatie.

1. burgerparticipatie is duur
Dat burgerparticipatie duur is, wordt veel gedeeld. Het zou kunnen dat in haar huidige vorm dit kan kloppen omdat burgerparticipatie zwaar afhankelijk is van lange en kostbare processen zoals het inbrengen van ideeën of inloopavonden.

Burgerparticipatie hoeft echter niet kostbaar te zijn. Met digitale en online middelen kunnen overheden met weinig moeite veel mensen bereiken. Door middel van automatisering kost het binnenhalen en verwerken van ideeën van burgers weinig tijd en moeite. Je zou er zelfs mee kunnen bezuinigen.

2. Bij burgerparticipatie gaat het altijd om dezelfde mensen
Is participatieve democratie het privilege van slechts een handvol mensen? Als dit zou zijn, zou het wel participatief zijn maar niet democratisch. Het antwoord is dus ‘nee’. De meeste bijeenkomsten worden bezocht door ouderen. Daarom moeten lokale overheden op zoek naar andere manieren om jongere doelgroepen te bereiken.

De digitale tijd biedt gelukkig voldoende mogelijkheden om hen effectief te bereiken. Bovendien zorgt het voor de overbrugging van het belangrijkste probleem: het gebrek aan tijd. De grootste groep gebruikers van online groepen die maatschappelijk betrokken zijn, zijn jonge professionals met drukke schema’s. Het geeft hen mogelijkheden om direct met de lokale overheid en hun medeburgers te communiceren, meer dan ooit tevoren.

3. Burgerparticipatie verplicht de lokale overheid om ideeën van buiten te implementeren
Sommigen geloven dat burgerparticipatie, online dan wel offline, een onmogelijk druk op de lokale overheid uitvoert om alle ideeën uit te voeren die burgers inbrengen. Hier gaat het allemaal om het managen van verwachtingen. Overheden zouden moeten benadrukken dat burgerparticipatie uiteindelijk draait om een verrijking van het besluitvormingsproces. Mét een toegevoegd geluid, wens en feedback van het publiek. Deze zijn echter niet bindend.

Uiteindelijk is burgerparticipatie een win-win situatie: aan de ene kant nemen gemeenten betere besluiten dankzij de waardevolle input van de burger. Aan de andere kant heeft de burger iets in te brengen hoe de lokale overheid bestuurd wordt.

4. Burgerparticipatie haalt alleen maar klachten binnen
Dat online middelen voor burgerparticipatie vooral klachten binnenhalen is één van de grootste mythes die bestaat.

Niets is minder waar. De meeste mensen hebben een constructieve houding ten opzichte van participatie. Ze proberen hun beste oplossingen in te brengen als bijdrage aan de kwaliteit van leven in hun wijk, maar ook in hun stad. Voor de lokale overheid betekent het dat ze bewoners betrokken en geïnformeerd houdt en zodoende het aantal klachten verminderd nadat een besluit is genomen, omdat men van tevoren al input heeft kunnen leveren.

5. Burgerparticipatie heeft een grote hoogopgeleid ambtenarenapparaat nodig
Offline participatie heeft veel menskracht om goed georganiseerd te worden. Dit geldt echter niet voor online varianten.

Online participatieplatforms bieden ambtenaren de mogelijkheid om snel in te tappen bij the wisdom of the crowd. Dit vergt weinig tijd en menskracht. De software zorgt er voor dat ideeën automatisch verzamelt worden, een technische achtergrond is niet echt nodig.

Begin!
Gemeenten die ‘smart’ willen zijn in de nabije toekomst, zouden burgerparticipatie moeten omarmen. Het is een goedkope manier om publieke waarde te creëren door middel van de expertise van haar burgers. Bovendien versterkt het de legitimiteit van de lokale overheid doordat het besluitvorming transparant, collectief en democratisch maakt.

Dit artikel is vertaald uit het Engels en verscheen eerder op CitizenLab.co.