Interview Liesbeth van de Wetering – Het wijkgericht werken, hoe organiseren we dat?

28 juni, 2018 - Webredactie

Wijkgericht werken is voor veel gemeenten de nieuwe realiteit. Maar hoe organiseer je dit in de gemeentelijke organisatie? Hoe ga je om met verkokerde budgetten, afdelingen die een andere taal lijken te spreken, je verantwoording én hoe ga je om met bewoners? In vier werkplaatssessies gaat Platform31, het Landelijk Platform Buurtgericht werken (LPB) en A+O Fonds Gemeenten met wijkambtenaren aan de slag met deze spanningen. Tijdens de eerste werkplaatssessie zal Liesbeth van de Wetering spreken over haar ervaringen in het nieuwe wijkgericht denken en hoe dit ingepast kan worden in de gemeentelijke structuur. Liesbeth vertelt in dit interview over hoe zij in Groningen het samenspel met wijkbewoners organiseert.

Liesbeth van de Wetering werkt bij de concernstaf van de gemeente Groningen, houdt zich bezig met Gebiedsgericht Werken en Democratische vernieuwing, en noemt zichzelf bij voorkeur ‘scharrelambtenaar’. De rol van de gemeente verandert, daarom ontwikkelt Groningen nieuwe manieren van samenwerken met bewoners. Het is niet langer ‘U vraagt en wij van de gemeente draaien’. Het gaat om samenwerken met burgers. Maar hoe zorg je als gemeente voor deze ‘professionele nabijheid’ en een goed samenspel binnen de organisatie?

Integrale oplossingen
Wat ik vaak zie bij gemeenten is dat ambtenaren erg probleemgericht denken. En dan met name vanuit hun eigen expertise een probleem denken te zien. Een wijk wordt dan ervaren als een optelsom van deelproblemen. Maar vaak zijn de oplossingen voor die deelproblemen niet de oplossing voor het grotere vraagstuk waar een wijk mee kampt. Vanuit wijkgericht werken denk je in kansen. Je gaat kijken naar waar al energie zit in een wijk, hoe de onderstroom is en hoe je iets structureels kunt doen met het sociaal cement van de wijk. Daarvoor heb je een team nodig met verschillende ambtenaren met een veelheid aan expertise die goed kunnen samenwerken. In Groningen werken we nu met deze gebiedsteams. Vanuit alle domeinen zit er iemand in het team. Samen bouw je kennis van de wijk op. In feiten en cijfers, maar ook kijk je welke soort mensen er wonen. We gaan echt de wijken in om een beeld te krijgen van behoeften en issues. Daarnaast leren wij in Groningen heel erg veel van experimenten die we nu doen in de wijken. We proberen vorm te geven aan een nieuwe rolverdeling tussen burgers, politiek en ambtenarij. En werken we aan ‘nieuw ambtenaarschap’. Wat houdt dit nou precies in?

Andere vaardigheden
We hebben ondertussen al een goed beeld van wat de nieuwe ambtenaar moet kunnen. Het balanceren tussen, rendement, betrokkenheid en legitimiteit is belangrijk. Ook moet hij of zij kunnen ‘schaaldansen’. Daarmee bedoel ik het laveren tussen politiek (raad en college), organisatie(s) en bewoners. Dat zijn verschillende werelden waar je de belangen en verschil in (organisatie)taal moet begrijpen en je toe moet kunnen verhouden. De nieuwe ambtenaar heeft oog voor zowel kleine praktische problemen, als strategische kwesties en lange termijn doelen en kan deze oplossen. Omgaan met paradoxen is ook heel erg belangrijk. Vraagstukken rond wijken zijn nooit zwart of wit. Vaak gaat het om verschillende werkelijkheden die naast elkaar bestaan. Dan moet je de oplossing zoeken in een andere hoek dan een compromis. De nieuwe ambtenaar moet een ander, nieuw perspectief kunnen bieden bij een vraagstuk. En daar samen met anderen aan werken.

Samenwerken met vertrouwen
In Groningen experimenteren we nu met een coöperatieve wijkraad. We laten bewoners zelf beslissen over het huishoudboekje van de wijk. Al het geld dat rond gaat in de wijk mogen ze zelf uitgeven. Om de raad te vormen loten we de mensen in. Je wilt namelijk in democratische zin dat ook de mensen die nog nooit hun stem hebben laten horen meedoen. Van de loting is het leuke dat je aanbelt en met mensen een gesprek aan gaat. Soms zitten ze er niet op te wachten om in de wijkraad te stappen. Maar nee-zeggers worden vaak wel nieuwsgierig en niet betrokken mensen doen nu ook mee. Het idee is dat we mensen onderling het gesprek te laten voeren. Het is niet langer meer: wijk versus gemeente. Raadsleden, ambtenaren en bewoners werken samen. We laten mensen bepalen wat ze willen in de wijk en vertrouwen erop dat ze de juiste keuzen maken. Een mooi voorbeeld gaat over betaald parkeren. Als je over de werkelijke vraag achter het parkeerprobleem gaat praten, kom je uit op: Hoe wil je nou dat je straat eruit ziet? De discussie gaat dan ineens over het gebruik van de publieke ruimte. Wat doen we met het autobezit? En willen we ruimte voor kinderen om te spelen en elkaar te ontmoeten? Het gaat dan niet over de oplossing waar de gemeente standaard mee komt: betaald parkeren. Wijkbewoners komen met heel andere en vaak betere oplossingen dan die wij als gemeente zouden verzinnen.

Dienstbare experts
Deze nieuwe samenwerking met burgers is leuk, maar ook spannend. Sommige experts binnen de gemeente hebben het gevoel dat hun functie wordt bedreigd door de bewoners. Zij hebben het idee dat amateurs zeggenschap krijgen over hun expertise. Ik zie dat anders. We vragen nu aan experts om hun kennis dienstbaar te maken aan het proces met bewoners. Er wordt dus een ander beroep gedaan op hun vakmanschap. Dit andere denken lijkt heel erg spannend. Maar de ambtenaren die ervaren hebben hoe het is, vinden het vooral heel leuk. Het is namelijk veel vervullender om te zien wat er nodig is in een wijk en dat je het samen kunt oplossen. Toen wij de gebiedsteams gingen oprichten moesten veel ambtenaren voor het eerst de wijk in. Ze hadden wat huiver. ‘Zijn die burgers niet eng? Hebben ze geen hekel aan ons?’ En wat blijkt; het zijn natuurlijk gewoon mensen zoals jij en ik. Je moet alleen hun taal leren spreken en ook écht iets doen met hun ideeën. Omdat we de buitenwereld nu de gemeente binnen halen, voelen we een enorme prikkel tot verandering. Dat werkt aanstekelijk.

Kijk hier voor meer informatie over de werkplaatssessies