Verslag: Startbijeenkomst leernetwerk Het Nieuwe Stadmaken

28 april, 2017 - Webredactie

Op woensdag 19 april kwamen Stadmakers bijeen in Pakhuis de Zwijger voor de start van Het Nieuwe Stadmaken. Een leernetwerk dat zich voornamelijk richt op de veranderende rol en positie van de ‘civil society’, de actieve burgers en sociaal ondernemers ten opzichte van reguliere institutionele systemen en besluitvormingsprocessen.

Tijdens de eerste bijeenkomst van het leernetwerk stond de ontmoeting van de deelnemende steden en hun praktijken voor het leernetwerk centraal. De steden stelden zich voor aan de hand van een korte pitch over de praktijken (een gebied, buurt, gebouw of zorg-energie coöperatie) die de komende twee jaar gelden als experimenteergebied binnen het leernetwerk. Het Nieuwe Stadmaken is samengesteld vanuit de steden Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Enschede, Haarlem, Lelystad, Nijmegen, Parkstad en Roeselare, de overheid (ministerie van I&M), maatschappelijke organisaties (de coöperatieve samenleving) en kennisinstellingen (Hogeschool Rotterdam), gebaseerd op de quintuple helix, zoals ontwikkeld door Christian Iaione in LabGov.

De praktijkvoorbeelden richtte zich onder andere op transformatie van vastgoed, gebiedsontwikkeling, buurtbegrotingen en -budgetten, zorg en circulaire economie. In deze praktijken werken social innovators en de gemeente vaak samen aan innovatieve oplossingen op maatschappelijke vraagstukken. Deze samenwerking brengt nieuwe uitdagingen met zich mee want wie is er verantwoordelijk om te zorgen dat niemand buitengesloten wordt en wie is er aansprakelijk wanneer er iets mis gaat? Het ‘creatieproces moet op een nieuwe manier vormgegeven worden. Deze nieuwe governancestructuren moeten niet vanuit een blauwdruk ontwikkeld worden maar vanuit het experiment en de praktijk.

Aan tafels gingen de Stadmakers vervolgens dieper in op de vraag waaraan ga je de komende twee jaar aan werken en vooral hoe? En voor welke uitdagingen sta je? Elke deelnemer van het leernetwerk loopt weer tegen andere dingen aan. Er is dan ook een grote vraag om te kijken hoe anderen omgaan met problemen, en daarvan te leren.

Uit de eerste bijeenkomst blijkt dat burgerinitiatieven hele andere voor en nadelen met zich meebrengt in vergelijking met gecentraliseerde diensten. Zo zijn burgerinitiatieven soms sneller, beter en goedkoper. Daartegenover staat dat het een nieuw domein is waar geen regelgeving voor bestaat, een versnippering kan ontstaan, en oneerlijke concurrentie tegenover bestaande instanties. Tot aan de zomer worden de praktijken definitief geformuleerd en het ecosystemen in kaart gebracht. Er wordt verder ingegaan op wie de betrokken stakeholders zijn, wat de opgave is en hoe het tijdsproces er uit ziet.

Leernetwerk Het Nieuwe Stadmaken
Vanuit de ingebrachte praktijken van de deelnemende steden gaan we de komende twee jaar nieuwe governancestructuren ontwikkelen door te leren van elkaars praktijken tijdens de Stadexpedities en bijeenkomsten, van buiten het netwerk met workshops gericht op de leergebieden: samenwerking, financiering, inclusiviteit en verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Ook is het leernetwerk onderdeel van een overkoepelend onderzoek.

Dit artikel verscheen eerder op www.stedenintransitie.nl