Visie en procedures

27 januari, 2016 - frank_brander@me.com

door Martin van der Maas >>

Simpel gesteld zijn er twee soorten ambtenaren: degenen met visie en degenen van de procedures. Degenen die zien hoe iets zou kunnen zijn, of degenen die zien hoe iets nu eenmaal is. De vleugelaanvaller of de catenacciospeler.

Een gemeentelijke organisatie, en waarschijnlijk de meeste organisaties, gedijt het best als de soorten elkaar in balans houden. Want beide zijn nodig, maar beide hebben ook hun tekortkomingen. Een stadhuis vol met procedurelen wordt een Kafkaiaans, in zichzelf gekeerd stofnest zonder inhoudelijk richtingsgevoel, een stadhuis vol met visionairen wordt een ijdele, inefficiënte chaos. Maar de procedureel en de visionair die op gelijke voet met elkaar samenwerken, zijn tot grootse dingen in staat, met de stad als lachende derde.

De verzakelijking heeft ervoor gezorgd dat managementposities op stadhuizen vooral worden bezet door procedurelen. Zij vinden dat een visie simpelweg kan worden georganiseerd als dat af en toe nodig is. Daarom zetten zij vaak enkele visionairen op beleidsniveau in de organisatie. Maar steeds vaker, zo lijkt het, wordt ook dat niet meer nodig gevonden en wordt visie extern ingehuurd. Andersom had het natuurlijk net zo goed gekund: visionaire managers die procedurekracht om zich heen organiseren in de mate die ze nodig hebben, zodat ze zich daar zelf niet druk over hoeven maken. Maar om een of andere reden hebben organisaties zich meestal niet zo ontwikkeld.

In hiërarchische organisaties sijpelt het dominante wereldbeeld van managers logischerwijs door naar de loyale werkvloer. En aangezien managers de voornaamste gesprekspartners zijn van wethouders, beïnvloeden zij ook het blikveld van onwennige, nieuwe wethouders. Visie speelt aldus een ondergeschikte rol in de besluitvormende ruggengraat van het stadhuis. Het dominante wereldbeeld is die van de procedure.

Raadsleden kunnen voor contragewicht zorgen. Ze hebben veel beslissingsmacht en zijn meestal geen procedurele types. Hun intrinsieke motivatie ligt vaak bij de toekomst van de stad. En de visie daarop. Maar met alle respect: hun visionaire bagage is vaak te beperkt om catenacciospelers volwaardig tegemoet te treden. Je merkt dat onder meer aan het gangbare idioom in de raadzalen. Wie tegenspel wil bieden aan degenen die al jaren aan de proceduretafels zitten, moet van goeden huize komen.

De conclusie kan niet anders zijn dan dat veel gemeenten uit balans zijn. De procedurelen zitten in hun comfortzone, touwtjestrekkend op sleutelposities. De visionairen zijn met weinigen, onmachtig, of staan geparkeerd op tijdelijke, externe posities. Als deze onbalans maar lang genoeg duurt, vreet het het wereldbeeld aan van iedereen die zich met de publieke zaak bemoeit. De procedure wordt de maat der dingen. Misschien dat mede daardoor de maatschappelijke onvrede broeit en de gevaarlijke roep om een sterke leider groeit. Daarom pleit ik met kracht voor een herintroductie van visionairen op gemeentelijke managementposities.

Zouden ze het zelf willen?

Martin van der Maas
Wijkmanager Gemeente Den Helder