In een open stad denken bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties mee met de gemeente over hoe de stad eruit moet zien. Hoe werkt dat meedenken? Wat levert het op? En wat vraagt dat van alle betrokken partijen? In het magazine ‘Open stad: werken aan duurzame en democratische steden’ leggen de onderzoekers van R-LINK uit hoe het werkt aan de hand van 14 praktijkvoorbeelden. Ook presenteren ze 4 spelregels voor een geslaagde stapsgewijze gebiedsontwikkeling in cocreatie tussen burgers, ondernemers en de overheid.
In de afgelopen tien jaar is een meer geleidelijke en zoekende vorm van stedelijke ontwikkeling ontstaan. Ruimtelijke planning krijgt daar een meer ‘open’ karakter, zowel in eindbeeld als in toegang voor andere spelers. Daardoor kunnen kleinschaligere partijen en burgers meedoen aan het proces en de productie van stedelijke ruimte. In zo’n ‘open stad’ is meer ruimte voor experiment en wordt beter meebewogen met de dynamiek en complexiteit van de stad en haar bewoners. Die ontwikkeling van de ‘open stad’ past bij de focus van het langjarige NWO-VerDuS onderzoeksproject R-LINK. Hierin wordt onderzocht hoe kleinschalige bottom-up initiatieven in gebiedsontwikkeling kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
In het magazine ‘Open stad: werken aan duurzame en democratische steden’ verkennen de onderzoekers hoe deze open, meer vraaggerichte en incrementele benadering van stedelijke planning werkt in de praktijk, inclusief uitdagingen en dilemma’s. Daarvoor wordt ingezoomd op de ervaringen van initiatiefnemers en overheden bij 14 projecten in Amsterdam en Groningen. Zo komen de onderzoekers tot belangrijke lessen voor wie zelf wil werken aan een meer open stad.
Download hier Open Stad
Dit bericht verscheen eerder op www.platform31.nl
Melika Levelt, één van de onderzoekers schreef een blog: Open stad: tijdelijke rimpeling of blijvende meerwaarde?