Verbinders in de gebiedsgerichte aanpak: Angelique Meijer uit Dordrecht

In hun streven naar een betere leefsituatie in kwetsbare wijken werken steeds meer gemeenten aan een gebiedsgerichte aanpak. Dit vraagt om integraal werken, waarbij verschillende beleidsdomeinen, budgetten en niveaus (meer) met elkaar worden verbonden. Omdat beleid mensenwerk is, wordt de aanwezigheid van ‘verbindingsofficieren’ binnen gemeenten steeds belangrijker. Platform31 brengt deze verbinders in samenwerking met LPB in beeld in een reeks portretten. In dit eerste portret vertelt wijkmanager en regisseur Aardgasvrije wijk bij de gemeente Dordrecht Angelique Meijer over haar ervaringen als verbinder in de wijk Crabbehof. Angelique: “Ik blijf benadrukken: het gaat er niet om wat jíj eraan hebt, maar wat de wijk eraan heeft! In een ideale wereld denken alle collega’s eerst daarover na.”

‘Pain in the ass’
“Als wijkmanager ben ik de ogen en oren in de wijk,” vertelt Angelique. “Ik moet ervoor zorgen dat er een goede afstemming is tussen de wijk en de organisatie. Ik wil dat beleid goed landt in de wijk en dat wat er gebeurt in de wijk input voor beleid wordt. Daar ligt mijn kracht ook.” Voor haar is dit verbinden van ‘wijk met beleid’ aan de orde van de dag. Dat betekent onder andere dat ze alert is op nieuw beleid en of (en hoe) de situatie in Crabbehof daarin wordt meegenomen: “Als ik hoor dat er beleid ontwikkeld wordt, probeer ik daarbij betrokken te raken en te kijken of er genoeg aandacht voor de wijk is. Ik sta constant te kloppen op de deuren van mijn collega’s: ‘Vergeet dit niet, vergeet dat niet’. Eigenlijk ben ik wat dat betreft soms een beetje een pain in the ass voor de organisatie, haha.”

Als voorbeeld noemt Angelique haar reactie op de eerste versie van de gemeentelijke gezondheidsnota waarin nog niets over ‘de wijk’ stond: “Dan klop ik meteen aan met de vraag: wat betekent dit voor mijn wijk? Waarom staat er niets over lachgas (een prangend gezondheidsprobleem in Crabbehof)?” Maar ze stelt niet alleen vragen, vertelt Angelique; ze probeert zich positief en proactief op te stellen en zelf ook met voorstellen te komen: “Ik heb toen de rode draden uit de nota gehaald en die aan collega-wijkmanagers voorgelegd en hen gevraagd: ‘Wat mis jij, wat kun jij betekenen, wat is jouw rol?’ Daarna hebben we dit als wijkmanagers aan onze collega’s van Volksgezondheid gepresenteerd. We lieten zien wat we al doen op het thema en hebben een aantal problemen aangekaart. Dan ben je iets minder een pain in the ass, maar help je je collega om goed beleid te maken.

“Alles wat je doet, moet je met bewoners doen”
Als wijkmanager is Angelique nauw betrokken bij vrijwel alle plannen voor Crabbehof. Ze ziet het als een belangrijk deel van haar werk om ervoor te zorgen dat de verschillende thema’s die spelen in de wijk ook in samenhang in deze plannen terugkomen. Zo wees zíj er tijdens een overleg over een nieuwbouwproject op dat er, bij de keuze van het (te bouwen) type woning, rekening gehouden moet worden met hangjongeren en voldoende speelruimte: “Dan zeg ik: kies niet voor een type woning waarbij je blinde muren hebt, want daar gaan jongeren tegenaan voetballen.” Verder maakt Angelique zich hard voor het verbinden van bewoners aan plannen binnen de wijkaanpak: “Eigenlijk vind ik: alles wat je doet, moet je met bewoners doen.”

“De energietransitie is een kans voor de wijk als geheel. Zo wil ik ‘m ook aanpakken: integraal”
Kansen om thema’s en bewoners te verbinden – allemaal om Crabbehof beter te maken – waren voor Angelique ook dé reden om ‘ja’ te zeggen tegen de rol van regisseur aardgasvrije wijk: “Uiteindelijk heb ik ja gezegd omdat de energietransitie iedereen gaat raken; je komt achter álle voordeuren. Dat maakt de opgave een kans voor de wijk als geheel. Zo wil ik ‘m ook aanpakken: integraal, zodat de wijk er in alle opzichten beter van wordt.” Op die integraliteit zetten Angelique en haar collega’s momenteel (onder andere) in met een sociale aanpak (een zogenoemde ontwerpaanpak) van de energietransitie. Activiteiten binnen deze aanpak moeten het contact, begrip en vooral het leren van elkaar tussen gemeente en bewoners rondom de energietransitie stimuleren. Hierover zegt Angelique: “We zijn begonnen met gesprekken voeren met professionals en bewoners. We vragen: wat vind jij nou belangrijk voor de wijk, en waarom? Vervolgens vertel ik dit en leg ik dit uit, aan de wethouder, maar ook aan mijn beleidscollega’s. Want mijn beleidscollega’s weten wel heel veel over de energietransitie, maar niet altijd wat bewoners belangrijk vinden.” Binnen de ontwerpaanpak heeft Angelique ook aandacht voor het bij elkaar brengen van bijvoorbeeld ‘technische’ en ‘sociale’ collega’s: “Ik probeer dan in een overleg uit te leggen dat je als technische collega achter de voordeur komt en daar belangrijke sociale signalen kan oppikken. Die werelden moet je bij elkaar brengen. Voor die verbinding probeer ik steeds aandacht te hebben.”

Rode, gele, groene en blauwe collega’s
Voor het werken aan eigenlijk alle opgaven in de wijk geldt: collega’s zijn onmisbaar. Omdat de opgave van de energietransitie in Crabbehof een nieuwe was – én omdat Angelique die breed wilde benaderen – moest ze bij haar start als regisseur aardgasvrije wijk veel nieuwe samenwerkingen tot stand brengen. Bij het kiezen van collega’s om mee samen te werken hield Angelique onder meer rekening met karakters en complementariteit ten opzichte van het hare. Bij het nadenken hierover gebruikt ze de DISC-theorie: “Zelf ben ik heel ‘geel’, dus ik wist: ik heb die ‘blauwe’ mensen nodig. Dat gebruik ik voor mezelf als indeling en schat dan in wie ik erbij moet hebben.”

“Het gaat er niet om wat jij eraan hebt, maar wat de wijk eraan heeft!”
Het ‘meekrijgen’ van haar collega’s voor de opgave aardgasvrij ging niet direct soepel: “Het heeft een jaar geduurd voordat ik zover was en de collega’s ook dachten dat dit de goede manier zou zijn.” Angelique over dit proces: “Soms zijn collega’s vooral gericht op hun eigen werkzaamheden en terughoudend om samen te werken, of haken ze halverwege af.” Op de vraag hoe ze daarmee omgaat, zegt Angelique: “Ik blijf benadrukken: het gaat er niet om wat jíj eraan hebt, maar wat de wijk eraan heeft! In een ideale wereld denken alle collega’s eerst daarover na. Soms kies ik ervoor om met iemands leidinggevende te praten, in eerste instantie om ervoor te zorgen dat iemand ook echt de ruimte voelt om soms reguliere werkzaamheden te laten liggen voor het grotere geheel, de samenwerking, de wijk. Het belang daarvan moet je blijven uitleggen, je moet ook accepteren dat dat nodig is.”

Dit profiel is geschreven door Simone ’t Hooft en verscheen eerder op www.platform31.nl 


Portrettenreeks ‘Verbinders in gebiedsgerichte aanpak’
In een gebiedsgerichte aanpak worden meerdere opgaven in het betreffende gebied in samenhang aangepakt. Daarbij werken alle belanghebbende partijen integraal samen: de gemeente, maatschappelijke organisaties en bewoners om de leefsituatie van de wijk en hun bewoners te verbeteren. Deze manier van gebiedsgericht werken betekent voortdurend verbindingen leggen, onderhouden en benutten. Platform31 brengt deze verbinders in samenwerking met LPB in beeld in een reeks portretten. Wie zijn deze verbinders, en wat zijn hun kwaliteiten? Hoe dragen zij bij aan samenhang tussen diverse thema’s en gemeentemedewerkers in een gebiedsgerichte aanpak? En hoe kunnen gemeenten ervoor zorgen dat ze hun (verbindende) werkzaamheden optimaal kunnen uitvoeren?

De portretten publiceren we wekelijks. Daarna bundelt Platform31 de reeks in een magazine waarin ze inzicht geven in wie de verbinders in de gebiedsgerichte aanpak (kunnen) zijn, hoe zij te werk gaan en wat daarbij helpende en belemmerende factoren in de werkomgeving zijn. Platform31 formuleert een aantal aanbevelingen die beslissers en beleidsmakers in de gebiedsgerichte aanpak kunnen helpen in het vinden en zo goed mogelijk ondersteunen van effectieve verbinders.

Lees ook het volgende

Het lidmaatschap voor het LPB sluit je af per organisatie. Je betaalt als organisatie slechts € 500,- per jaar. Het spreekt natuurlijk voor zich; hoe meer leden, hoe beter wij de wijkaanpak en het werk van de wijkprofessional kunnen ontwikkelen. Al meer dan honderd gemeenten en organisaties zijn aangesloten bij het LPB.

Voordelen lidmaatschap

  • je krijgt korting op deelname aan het jaarlijkse LPB Congres. Deelname aan het LPB Congres kost dan € 399,-* (normaal € 549,-). Dit is exclusief overnachtingskosten.
  • toegang tot diverse werkgroepen en themabijeenkomsten
  • toegang tot een netwerk van wijkprofessionals
  • promotie van je eigen activiteiten en werkwijzen op de www.LPB.nl en via de digitale nieuwsbrief

Martin: Hier graag een formulier inbouwen