Niets is te gek en elk idee is welkom
De beweging Reyeroord+ bestaat uit een eigenzinnige en energieke groep ambtenaren die zich ten doel stelt de wijk Reyeroord in Rotterdam-IJsselmonde om te vormen tot een ‘veerkrachtige samen-wijk’ die vooroploopt in transities rond energie, circulariteit en technologie.
Ze haalt daarnaast ook de dromen op van bewoners, bijvoorbeeld over meer groen, meer speelmogelijkheden voor kinderen of een hondenspeelplek. Reyeroord+ organiseert vervolgens tal van activiteiten om deze wensen met bewoners uit te denken en te realiseren. Niets is daarbij te gek en elk idee is welkom.
Een verzetsbeweging in de gemeentelijke organisatie
Het mag duidelijk zijn dat deze transitie van de wijk ook om een transitie van de gemeente vraagt, in de richting van een open, flexibele, buiten-de-kaders-denkende en ontvankelijke organisatie. De ambtenaren van Reyeroord+ nemen daarin zelf het voortouw door dwars door alle organisatiestructuren en procedures heen te werken.
Zo doen velen het werk voor Reyeroord+ erbij, naast hun officiële takenpakket. In de officiële organisatiestructuren is de beweging nauwelijks terug te vinden. Ze pakken alles op wat op wijkniveau speelt – van buitenruimte tot gezond gezinsbudget en talentontwikkeling – en doorkruisen daarmee de hokjes waarmee thema’s gewoonlijk worden afgebakend. Ook in de planvorming en in hun taalgebruik wijken ze af van de gebaande paden: ‘We leggen dingen niet vast, maar werken met een continu concept.’
Zij tonen zich met dit soort rebelsheid een verzetsbeweging in de gemeentelijke organisatie. In een bureaucratische lijnorganisatie met veelal regelgeleide, procedurele en gestandaardiseerde processen creëren ze de nodige chaos. Ze ontregelen, keren om, spiegelen, frustreren en verstoren – en dat alles op een lichtvoetige en opgewekte manier.
Ze lopen ook tegen dilemma’s aan
Bewegingen zoals Reyeroord+ presenteren zich als post-bureaucratisch. In hun poging de bureaucratie om te vormen, lopen ze echter tegen dilemma’s aan. Op een paradoxale manier hebben ze namelijk diezelfde bureaucratie nodig om resultaat te boeken. Drie dilemma’s springen eruit.
De beweging wil ‘massa’ organiseren door collega’s met enthousiasme te overtuigen van haar werkwijze. Bijna alles is ‘leuk en gaaf, anders en een spannende reis’. Reyeroord+ associeert het ambtelijke werk met positiviteit, speelruimte en avontuur.
Tegelijkertijd roept deze houding vragen op bij collega’s, soms zelfs achterdocht en argwaan. Want hoe is het gesteld met de serieuze en formele aspecten van het ambtelijke werk, zoals het belang van regels en procedures die de voorspelbaarheid, gelijkheid en betrouwbaarheid van het overheidshandelen moeten garanderen? Het risico is dat collega’s de werkwijze niet meer als passend en legitiem ervaren. Zo dreigt verleiding te resulteren in vervreemding, met als risico dat ermee wordt afgerekend als de kans zich voordoet.
Innovatieve bewegingen hebben baat bij experimenteerruimte. Vaak bewegen ze zich naar de rand van hun organisatie waar ze in betrekkelijke luwte kunnen werken als zelf-organiserend team. Onder de radar blijven ze gevrijwaard van premature prestatie-eisen vanuit het management, ongewenste pottenkijkers (wethouders en journalisten) en beknellende procedures. In de beginjaren heeft Reyeroord+ op die manier haar werkwijze kunnen ontwikkelen en eerste successen kunnen boeken.
Wil Reyeroord+ daadwerkelijk de gemeente veranderen, dan heeft zij tegelijkertijd de aandacht, invloed en waardering van bestuur en journaille nodig. Daarmee dreigt een zekere institutionalisering die altijd gepaard gaat met disciplinering en verlies van experimenteerruimte.
Flexibiliteit en wendbaarheid is in Reyeroord+ tot één van de belangrijkste deugden verheven. ‘Vandaag een idee, is morgen beginnen.’ Er is een ‘Reysgids’ waarin tal van thema’s en activiteiten staan beschreven, maar een stappenplan of heldere uiteenzetting van samenhang of opeenvolging ontbreken. Dat heeft voordelen. Structuur is in ieder geval niet belemmerend voor adaptief handelen. Er is optimale vrijheid om te improviseren.
Tegelijkertijd maakt het Reyeroord+ niet altijd goed communiceerbaar naar collega’s intern. Ook sommige deelnemers hebben moeite om de rode draad te ontdekken in de talloze activiteiten en doelstellingen. Met wendbaarheid komt het risico van vervluchtiging en het niet-beklijven. Het lukt eenmalig, waarna men overgaat tot de orde van de dag.
Elkaar de ruimte geven en verbinding zoeken
Veranderbewegingen en pioniersteams zoals Reyeroord+ staan voor de paradoxale opdracht een organisatie te veranderen die ze tegelijkertijd nodig hebben voor hun eigen succes en voortbestaan. Dit levert ingewikkelde dilemma’s op.
In praktische zin worden van betreffende ambtenaren ‘balanceervaardigheden’ of ‘twee-benigheid’ gevraagd – een notie die even waar is als abstract. Een handleiding kan nauwelijks worden meegegeven, zeker omdat succesvol balanceren context-afhankelijk is en vraagt om een zekere ervaring en wijsheid.
De ‘vernieuwers’ moeten op z’n minst begrip hebben voor de wereld van de ordezoekende bureaucratie, en de interne organisatie moet ruimte bieden om de vernieuwing kans van slagen te geven. Door meer systematisch te experimenteren en daar consequent van te leren, kan gewerkt worden aan een nieuwe verbinding tussen traditioneel-bureaucratische waarden – zoals zekerheid, gelijkheid en betrouwbaarheid – en post-bureaucratische waarden – zoals flexibiliteit, diversiteit en vrijheid.
Dit artikel van Hans Joosse en Arwin van Buuren verscheen eerder op www.socialevraagstukken.nl