Buurtoverlast is een veelvoorkomend en wijdverbreid verschijnsel, maar is de laatste tijd wel afgenomen. Steeds minder Nederlanders zeggen dat het in hun buurt voorkomt en dat ze er zelf veel last van ervaren. Dat meldt het CBS op basis van cijfers uit de jaarlijkse Veiligheidsmonitor, een enquête over thema’s als leefbaarheid en overlast, veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit.
Bijna alle Nederlanders (94 procent) geven aan dat overlast weleens voorkomt in hun buurt, vier op de tien ondervinden er zelf veel last van.
Sinds 2005 nemen bijna alle vormen van buurtoverlast af. Zo daalde het aandeel mensen dat zegt dat bekladding van muren of gebouwen of vernieling van straatmeubilair weleens voorkomt in de eigen buurt met ongeveer een derde. Ook jongerenoverlast en agressief verkeersgedrag komen steeds minder vaak voor.
Te hard rijden is de meest voorkomende vorm van buurtoverlast. Dit soort overlast wordt de afgelopen tien jaar steeds vaak genoemd. Overlast door buurtbewoners is de enige overlastsoort die in de beleving van de Nederlanders meer voorkomt in de eigen buurt.
In de vijftig grootste gemeenten ervaren meer inwoners veel buurtoverlast dan gemiddeld: 49 procent tegenover een landelijk gemiddelde van 43 procent. In onder meer Schiedam, Heerlen, Sittard-Geleen, Rotterdam en Den Haag wordt meer buurtoverlast ervaren dan gemiddeld in de vijftig grootste gemeenten. In onder andere Amstelveen, Oss, Leidschendam-Voorburg, Delft en Súdwest-Fryslân is de buurtoverlast juist lager dan gemiddeld.
Dit artikel verscheen eerder op www.vng.nl. Kaart: ESRI.