Ja, het gaat beter met de leefbaarheid in ons land. Maar de verbetering gaat wel minder snel dan voorheen. Van de bijna 13.000 buurten scoren er nog 436 een onvoldoende.
Leefbaarometer
Dat blijkt uit het rapport ‘Leefbaarheid in Nederland 2018’, gemaakt door Atlas voor gemeenten en Rigo in opdracht van Binnenlandse Zaken. Het betreft een analyse van de leefbaarheidssituatie en ontwikkelingen in de periode 2016-2018. Met deze zogeheten Leefbaarometer wordt sinds 2007 de leefbaarheidsontwikkeling in alle woonbuurten in Nederland gemeten.
De positieve trend, die bij de eerdere metingen met de Leefbaarometer werd gesignaleerd, zet – gemiddeld genomen – ook de laatste jaren door. Wel is er volgens de onderzoekers sprake van een afvlakking van de verbetering tussen 2016 en 2018 in vergelijking tot de twee jaar daarvoor.
Onvoldoende
Ondanks de investeringen die in de afgelopen periode zijn gedaan, zijn er gebieden die in de leefbaarheidsontwikkeling achterblijven Het aandeel mensen dat woont in een gebied dat ‘onvoldoende’ scoort is licht gedaald van 4,1 procent in 2016 naar 4,0 procent in 2018. Die afname heeft betrekking op circa 7.000 mensen, waardoor er iets minder dan 700.000 mensen in een gebied wonen met een onvoldoende leefbaarheid. Die vermindering is daarmee kleiner dan in de periode 2014-2016. Toen was er nog een afname van ruim 50.000 mensen die in een ‘onvoldoende’ buurt woonden.
Mede daardoor is het aantal ‘onvoldoende’ buurten – buurten waarin minimaal 100 bewoners in een deel wonen dat een score ‘onvoldoende’ heeft – ook niet veel afgenomen tussen 2016 en 2018; circa twee procent, van 444 naar 436 buurten van de in totaal bijna 13.000 buurten in Nederland (3,4 procent). Ook de afname van het aantal mensen dat woont in een gebied met een ‘zwakke’ leefbaarheid is tussen 2016 en 2018 minder groot geweest dan tussen 2014 en 2016. Die afname bedroeg tussen 2014 en 2016 nog zo’n 100.000 personen. Tussen 2016 en 2018 ging het slechts om een afname van een kleine 6.000 mensen.
Het aandeel mensen dat woont in een gebied waar de leefbaarheid op peil is (score ‘ruim voldoende’ of hoger) is toegenomen met bijna 300.000 mensen en komt nu uit op 82 procent van de bevolking (dat was in 2016 nog 81 procent).
Stedelijk gebied
De verbetering van de leefbaarheid tussen 2016 en 2018 kan grotendeels op het conto worden geschreven van de dimensie veiligheid en de indicator ‘overlast’ in het bijzonder. Overlast en onveiligheid zijn volgens de onderzoekers in belangrijke mate bepalend voor de ontwikkeling van de leefbaarheid. Zowel wat betreft overlast als onveiligheid zien zij een verbetering in alle gemeenten. ‘Wel is er meer overlast en onveiligheid in de steden dan in minder stedelijk gebied. De overlast neemt in de steden ook minder af dan in niet-stedelijke gemeenten’, constateren ze. Daarentegen verbetert de veiligheid in de steden echter wat meer dan in minder stedelijk gebied.
Binnen de gemeenten concentreren overlast en onveiligheid zich vaak in een beperkt aantal specifieke wijken en buurten. In de top 10 staan acht buurten uit Amsterdam en twee uit Rotterdam.
Toenemende verschillen
In het merendeel van de steden die behoren tot de G4 en G40 is de leefbaarheid in de periode 2016-2018 gemiddeld genomen vooruitgegaan in buurten met een ‘onvoldoende’ score en zelfs meer dan in buurten met een ‘ruim voldoende’ of ‘goede’ score. Tegenover deze algemeen gunstige ontwikkelingen, staat dat in een aantal van de G4 en de G40 de verbetering van de leefbaarheid in een aantal van de ‘zwakkere’ wijken juist achterblijft en de verschillen tussen ‘goede’ en ‘slechte’ wijken blijven toenemen. Een relatief groot deel van de wijken met leefbaarheidsproblemen profiteert daar minder van de gunstige ontwikkelingen dan de wijken die al een goede leefbaarheid hebben. Ook zijn er enkele steden met ‘onvoldoende’ buurten waar de leefbaarheid gemiddeld genomen zich wederom negatief ontwikkelde.
Dit bericht verscheen eerder op www.binnenlandsbestuur.nl
Bekijk de publicatie en alle date op www.leefbaarometer.nl