Dit artikel van Susan Brand en Menno Hurenkamp verscheen eerder op socialevraagstukken.nl
Rotterdam experimenteerde met loting voor burgers die zitting willen nemen in wijkcomités. Wat blijkt? Buurtbewoners maken serieus werk van hun rol als volksvertegenwoordiger. Wel vergt het extra ambtelijke inspanning. Maar dat is geen goede reden om deze participatieboost voor de lokale democratie te beëindigen, vinden Susan Brand en Menno Hurenkamp.
Het probleem is bekend. Een flinke groep burgers houdt zich verre van de reguliere lokale politiek. Dit werd bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen pijnlijk zichtbaar met een opkomstpercentage in Rotterdam van slechts 38,9 procent. Een veelgehoorde verklaring is dat mensen de door verkiezingen aangewezen volksvertegenwoordigers zien als deel van een elite, die in geheimtaal praat en vooral de eigen zaakjes goed regelt.
Wie van afstand naar de representatieve politiek kijkt, ziet inderdaad heel veel mensen die nogal op elkaar lijken, qua achtergrond en opleiding. Maar wat nu als je in plaats van verkiezingen het lot gebruikt om mensen aan te wijzen om mee te besturen? Komt er dan een veel diversere groep burgers aan het woord?
De vier doelen van de Rotterdamse loting
We hebben de afgelopen maanden meegekeken met gelote wijkcomités in Pendrecht, de Tarwewijk en Middelland. In die buurten experimenteerde de gemeente Rotterdam de afgelopen vier jaar met gelote wijkcomités. En laten dit nou juist die wijken zijn waarin het opkomstpercentage voor verkiezingen zeer laag is (Pendrecht: 24,25 procent, Tarwewijk 21,1 procent en in Middelland 43,92 procent.) en veel burgers weinig vertrouwen hebben in het gemeentebestuur.
Rotterdam wilde door experimenten met gelote wijkcomités en gekozen wijkraden vier deels overlappende doelen bereiken:
- Representatieve en diverse vertegenwoordiging per buurt.
- Betere belangenbehartiging op buurtniveau.
- Grotere betrokkenheid van bewoners bij besluitvormingsprocessen die hun directe leefomgeving raken.
- Beter herkenbare volksvertegenwoordiging op buurtniveau.
De gelote wijkcomités kregen het recht de gemeente te allen tijde te voorzien van gevraagd en ongevraagd advies, onder meer via een wijkagenda. Verder kregen ze als taak om bewoners en bedrijven meer te betrekken bij de wijk, en participatie te organiseren. De inspanning zou burgers ongeveer 12 uur per week kosten, waarvoor ze een vergoeding van 450 euro per maand kregen.
Lessen uit Rotterdams experiment
We kijken hier naar hoe de deelname aan de gelote wijkcomités tot stand kwam, en of er iets terechtkwam van de gehoopte grotere diversiteit. Daarnaast vroegen we de deelnemers hoe ze op hun inspanningen terugkijken en of er vanuit hun perspectief iets te zeggen valt over geslaagde belangenbehartiging. Er zijn een paar lessen uit het Rotterdamse experiment te trekken.
Lees verder op socialevraagstukken.nl