Het Programma Aardgasvrije Wijken vraagt elke maand aan een Nederlandse professor om vanuit zijn of haar expertise te reflecteren op onze gedeelde opgave: leren op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. De derde professor in de serie is Anke van Hal.
De komende jaren gaat er veel veranderen in de woonomgeving. Als gevolg van het klimaatprobleem, resulterend in het Parijsakkoord, heeft de Nederlandse overheid zich ambitieuze doelen gesteld. Bovendien zorgt de versnelde afbouw van de Groningse gaswinning, als gevolg van de aardbevingsproblematiek, voor extra urgentie om over te stappen op duurzame warmte. Nadrukkelijk kiest het Rijk bij deze transitie voor een wijkgerichte aanpak. Geeft de energietransitie het startsein voor de derde golf van wijkvernieuwing, na de stadsvernieuwing (vanaf eind jaren zestig) en het grotestedenbeleid (vanaf eind jaren negentig)? Dat zou zomaar kunnen. Mits rekening gehouden wordt met ‘de derde succesfactor van de energietransitie’
Fusie van Belangen
In haar essay gaat Anke van Hal dieper in op de mogelijkheden om het enthousiasme bij bewoners voor het treffen van energiemaatregelen in hun woning te vergroten. Ze presenteert een oplossingsstrategie – de zogeheten Fusie van Belangenstrategie – die leidend is bij wat we de ‘derde succesfactor’ noemen.
Het verleden heeft ons namelijk op overtuigende wijze laten inzien dat we er met goede technische oplossingen (1) en betaalbaarheid (2) niet komen. Er is meer nodig en dat ‘meer’ heeft te maken met menselijke emoties en gedrag: ‘de derde succesfactor’. Het laatste deel van dit essay gaat dieper in op de betekenis van ‘de derde succesfactor’ voor wijken die zich kenmerken door een grote diversiteit aan uiteenlopende uitdagingen.
Lees hier het essay De derde succesfactor door Anke van Hal, in samenwerking met Matthijs Uyterlinde, senior onderzoeker bij Platform31, en organisatie- en veranderkundige Maurice Coen.
Dit is het eerste nieuwsbericht in samenwerking met Programma Aardgasvrije Wijken. Een verkenning hoe een sterk sectoraal vraagstuk op een gebiedsgerichte wijze kan landen in de wijken van Nederland. Zonder uitrollen, maar passend bij de lokale context en inspelend op andere vraagstukken in de wijk.