In strijd tegen obesitas moet ook naar de onderliggende oorzaken gezocht worden. Steeds meer mensen kampen met overgewicht en het blijkt erg moeilijk om een gezonde leefstijl te bevorderen. We leven in een zogenaamde ‘obesogene omgeving’, een omgeving waarin mensen gestimuleerd worden om te veel of ongezond te eten en te weinig te bewegen. Huisartsen gaven daarom recentelijk aan dat een ‘leefstijladvies zinloos is met een snackbar om de hoek’, en roepen overheid, bedrijfsleven en de medische beroepsgroep op om samen de strijd aan te gaan met de onderliggende determinanten van overgewicht en obesitas.
Daarvoor is het nodig om een beter inzicht te krijgen in deze obesogene omgevingsfactoren. Voor mijn proefschrift bekeek ik de fysieke omgeving – beschikbaarheid van fietspaden, supermarkten –; de sociale omgeving – sociale steun, normen en waarden – ; de economische omgeving – kosten van eten en parkeren – ; en het politieke klimaat – zoals regels over maximumsnelheid of vergunningen voor fastfoodrestaurants.
Meer kans op zwaarlijvigheid als gezonde voeding moeilijk bereikbaar of duur is
Supermarkten worden gezien als een bron voor gezond voedsel en zijn de plaatsenwaar veel mensen het grootste deel van hun eten kopen. Uit ons onderzoek blijkt dat de bereikbaarheid van supermarkten een rol speelt voor voedingsinname en gewicht. In een deelstudie in Engeland vonden we dat mensen die het verst weg woonden van een supermarkt én een lager opleidingsniveau hadden, viermaal meer kans hadden op zwaarlijvigheid dan de hoogst opgeleiden die het dichtst bij een supermarkt woonden. Omdat de kosten van voeding ook gerelateerd zijn aan hoe gezond mensen eten onderzochten we tevens of de betaalbaarheid van de supermarkt een rol speelt bij de voedingsinname. Dat bleek inderdaad het geval te zijn: de prijzen van voedsel en het budget dat mensen hebben voor eten bepalen wat ze eten.
De aanwezigheid van veel ongezonde eetgelegenheden in een buurt is eveneens belangrijk voor het dieet. Mensen zijn zich van deze aanwezigheid bewust en dit bewustzijn is gerelateerd aan een hogere consumptie van fastfood. Dit voedsel is over het algemeen vet en zout en draagt dus bij aan een grotere kans op overgewicht.
In buurten met grote sociale cohesie eet men meer fruit
Uit ons onderzoek kwam naar voren dat meer sociale netwerken en meer sociale cohesie op buurtniveau samenhangen met een kleinere kans op obesitas en een hogere fruitconsumptie. Hechtere relaties en meer vrienden in de buurt gaan echter ook samen met langdurig zitten en minder transport gerelateerde lichamelijke activiteit. Dat komt misschien wel omdat veel sociale activiteiten zittend zijn, zoals uit eten en naar de bioscoop gaan, of omdat mensen de buurt niet uit hoeven om elkaar te ontmoeten.
Het is al langer bekend dat een lager opleidings– of inkomensniveau gerelateerd is aan meer overgewicht. Mijn onderzoek toont aan dat er ook meer overgewicht is in buurten met meer inkomensongelijkheid en dat dit komt door een minder sterke sociale samenhang in deze buurten. Een verklaring voor deze bevinding is dat er in buurten met meer inkomensongelijkheid minder sociale steun of hulp van buren bij gezondheidsproblemen is.
Mensen pakken eerder de fiets met meer faciliteiten in de buurt
Mijn onderzoek toont ook aan dat hoe meer er in een buurt te doen is, des te minder mensen met overgewicht er zijn. Mensen zijn eerder geneigd de fiets te pakken of te gaan lopen als er parkjes, winkels of bijvoorbeeld zwembaden in de buurt zijn. In een buurt met veel kruisingen – waardoor mensen verschillende routes kunnen nemen om op dezelfde plek uit te komen – en waar de maximum autosnelheid lager is, zijn mensen ook eerder geneigd om de fiets te pakken.
Beleidsmakers hebben grote invloed op de inrichting van de stad. Als een stad beter bereikbaar is door een goed openbaar vervoersnetwerk zullen mensen ook sneller met het ov naar het werk reizen. In ons onderzoek zagen we dat een hogere busfrequentie en hogere parkeergelden kunnen leiden tot een toename in actief transport van en naar het werk. Dat lijkt tegenstrijdig, omdat zitten in een bus natuurlijk niet bevorderlijk is voor een gezond gewicht. Echter, als je met de bus of de trein gaat moet je vaak eerst een stuk lopen of fietsen om bij de halte te komen. Zelfs dat kleine beetje fysieke activiteit kan bijdragen aan een gezonder gewicht – en is in ieder geval een stuk gezonder dan in de auto zitten.
Om langdurige leefstijlverandering te bewerkstelligen zullen waarschijnlijk onderliggende initiatieven nodig zijn, dat wil zeggen initiatieven waarin de context voor leefstijlkeuzes, zoals sociale cohesie en faciliteiten in buurten, wordt aangepakt.
Dit artikel van Joreintje Mackenbach verscheen eerder op www.socialevraagstukken.nl
Haar proefschrift is hier te downloaden: ‘Exploring obesogenic environments; the role of environmental factors for obesity–related behaviours and obesity’