De tijd van experimenten en pilots met sociaal ondernemen is voorbij, als het aan voorzitter van de pijler Werk en Inkomen van de G32 en Edese wethouder Willemien Vreugdenhil (CDA) ligt. ‘Gemeenten zijn de grootste showstopper voor sociaal ondernemerschap.’
Zelfkastijdingsboekje
Na haar bijdrage op het congres “De social enterprise als businesspartner van de gemeente” kreeg Vreugdenhil het verwijt dat ze te kritisch was op gemeenten, maar zelf vindt ze het tijd worden dat gemeenten ophouden met enkel pilots houden met sociaal ondernemerschap in de eigen organisatie en het daadwerkelijk in de eigen organisatie gaan toepassen. De G32 heeft sociaal ondernemerschap tot speerpunt gemaakt en een roadmap voor twee jaar op zijn website gezet als een soort leidraad. ‘Ik noem het wel eens een zelfkastijdingsboekje, maar de G32-gemeenten hebben zich eraan gecommitteerd en moeten een soort vooruitgeschoven post worden voor andere gemeenten.’
Social impact
Met een aantal bestuurders uit Haarlem en Den Haag vormt Vreugdenhil een soort “Gideonsbende” die het sociaal ondernemen en “impact first” wil vlottrekken. Het marktaandeel van sociaal ondernemers is niet zo groot in Nederland. Uit onderzoek van McKinsey bleek dat gemeenten daar vooral schuldig aan zijn. ‘Gemeenten zijn de grootste showstopper. Met een aantal bestuurders zijn we vanuit onszelf begonnen te bezien wat we voor social impact kunnen betekenen in de bedrijfsvoering, zoals bij ruimtelijke ordening, vergunningverlening en financiën. Gemeenten zetten nu bestekken uit en kunnen in hun inkoopbeleid ruimte genereren voor sociaal ondernemerschap. In het sociaal domein valt daar veel in te doen. We moeten dan wel de impact meten en niet alleen kijken naar de laagste prijs.”
Ontschotten
Om gemeenten zover te krijgen is eerst nog “zending” nodig, aldus Vreugdenhil. De G32 geeft een duidelijk signaal af aan gemeenten om nu eens echt te ontschotten. ‘Er wordt teveel rondgepompt door gemeentelijke organisaties. We moeten leren buiten de lijnen te kleuren. En we moeten kijken naar de total cost of ownership: de laagste prijs binnenhalen is voor sommige ambtenaren een feest, maar wat zijn de consequenties op andere terreinen? Er zitten 50 mensen in de uitkering die niet worden ingezet op een project.’ De fixatie op de laagste prijs bestaat volgens Vreugdenhil ook omdat protocollen en reglementen zelden worden bevraagd door ambtenaren. ‘Dat vraag ook iets van bestuurders. Laat ambtenaren zelf nadenken. Dat wordt nu niet altijd beloond en gewaardeerd. Laat bijvoorbeeld de OR toe tot de Raad van Toezicht, zoals in Londen. Bestuurders moeten bereid zijn dienend te zijn.’
Download de roadmap ‘Meer impact met sociaal ondernemerschap‘. [pdf]
Dit bericht verscheen eerder op www.binnenlandsbestuur.nl