Als ‘wijkkoningen’ de dienst uitmaken

In sommige woonwijken levert het bijverdienen in de hennepteelt weinig gefronste wenkbrauwen op, worden lokale overheden vooral als ‘lastige instituties’ bestempeld en vindt men een rijbewijs halen niet nodig om auto te rijden. Tilburgse onderzoekers gingen op zoek naar verschijningsvormen van ondermijning op wijkniveau om dit fenomeen beter te kunnen tackelen.

Ondermijning is inmiddels een bekend begrip in Nederland en gaat vooral over de maatschappelijke gevolgen van georganiseerde misdaad. Gevolgen voor de samenleving, voor burgers in woonwijken, voor bedrijven, voor ons financiële stelsel, voor de democratie. Uiteindelijk dus voor de rechtstaat.

Met treffende analogieën als ‘sluipend gif’ en ‘betonrot’ wordt binnen het wetenschappelijk discours echter niet alleen het ‘onzichtbare’ karakter ervan benadrukt. Er wordt daarnaast op het gevaar gewezen dat de ‘normale’ – niet criminele – burger zich laat verleiden tot het plegen dan wel faciliteren van zware criminaliteit met financieel gewin als hoofddoel.

Ondermijnende gevolgen onderzocht in Tilburgse woonwijken
De woonwijk vormt in deze context een criminele kansenstructuur op lokaal niveau. Criminelen investeren in hun sociale omgeving, die daardoor onder andere mee profiteert van criminele inkomsten. Om ondermijning effectief aan te kunnen pakken is het nodig om beter zicht te krijgen op ondermijning op wijkniveau.

Tegen deze achtergrond is het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool in opdracht van de gemeente Tilburg op zoek gegaan naar verschijningsvormen van ondermijning in woonwijken. Het onderzoek richtte zich op vijf ‘kernconcepten’: het ontstaan van een subcultuur, machtsovername in de wijk; de beeldvorming dat misdaad loont; het ontstaan van kwetsbare groepen burgers en oneerlijke concurrentie.

De vraag die centraal stond in het onderzoek was waaraan lokale overheden kunnen zien dat er sprake is van ondermijning in woonwijken of dat bepaalde wijken in de toekomst een voedingsbodem kunnen worden voor ondermijning?

Er ontstaat een parallelle samenleving met omgekeerde normen
Het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC), opgericht om ondermijnende criminaliteit te bestrijden, wijst in haar Landelijk beeld ondermijnende criminaliteit op het gevaar van het ontstaan van parallelle samenlevingen. In zo’n samenleving worden algemeen geldende normenkaders niet alleen verworpen, maar tevens ‘omgedraaid’. Het is juist deze omkering die veelal een rechtvaardiging vormt voor het (mede-)plegen van criminaliteit.

In sommige wijken levert bijvoorbeeld het bijverdienen in de hennepteelt bij een deel van de bewoners geen gefronste wenkbrauwen op. Ook worden lokale overheden binnen deze deviante subcultuur vooral als ‘lastige instituties’ bestempeld. In deze logica wordt het aanvragen van vergunningen of zelfs het behalen van een rijbewijs soms als onnodig gezien en staat een hulpverlenende instantie als Jeugdzorg synoniem voor ‘het uit huis plaatsen van kinderen’. Er lijkt een zienswijze te zijn ontstaan waarin het verdienen van geld ‘op alle manieren geoorloofd is’ en conflicten in de wijk door bewoners zelf worden opgelost.

‘Wijkkoningen’ nemen de macht over
Criminele ‘weldoeners’ en zogenaamde ‘wijkkoningen’ treden in deze context zowel naar andere buurtbewoners als richting publieke instanties op als belangenbehartiger of adviseur. Een probleem van deze figuren is dat zij taken van de overheid op zich nemen en daarmee als het ware de echte overheden buitenspel zetten.

Zij helpen andere buurtbewoners als deze financieel in de knel zitten, manifesteren zich door het doen van giften en investeren in de wijk door bijvoorbeeld een sportschool op te richten of een voetbalteam te sponsoren. Op deze wijze nestelen zij zich in woonwijken en dragen bij aan de lokale inbedding van criminaliteit, omdat zij een zogenaamde voorbeeldfunctie vertolken. Hierdoor kan het beeld ontstaan dat misdaad loont.

Nieuwe buurtbewoners krijgen de keuze: ‘hennep of katvanger’?
Tijdens ons onderzoek stuitten we ten slotte meermaals op zwakkere wijkbewoners die uitgebuit werden door criminele wijkbewoners. Zo hoorden we letterlijk verhalen over nieuwe buurtbewoners die voor de keuze ‘hennep of katvanger’ werden gesteld. Door deze ontwikkelingen dreigt een kwetsbare groep burgers in bepaalde wijken te ontstaan. Bewoners zijn ook bang.

Wanneer criminelen de door hen verdiende drugsgelden onderbrengen in ondernemingen in de wijk, kan dit leiden tot een oneerlijke concurrentiepositie ten opzichte van bonafide ondernemers. De zogenaamde ‘dekmantelbedrijven’ hoeven immers geen winst te maken maar dienen vooral voor het witwassen van crimineel geld.

Wijkwerkers worden dagelijks geconfronteerd met signalen van ondermijning
Structurele oorzaken voor ondermijnende criminaliteit op wijkniveau – minder kansen zijn om maatschappelijke doelen te verwezenlijken – kunnen worden aangepakt door de politie en het Openbaar Ministerie en met sociale investeringen, zoals het bieden van huisvesting, het vergroten van de werkgelegenheid of het bieden van scholing. Bij de beschreven sociale oorzaken ligt dit gecompliceerder. Die vereisen meer een ‘situationele benadering’ met een belangrijke rol van de lokale overheden.

De wijkwerkers die wij spraken in het kader van dit onderzoek functioneren in de haarvaten van de wijk. Zij worden dagelijks geconfronteerd met signalen van ondermijning. Het herkennen van deze signalen is een eerste stap in de goede richting, maar stelt hen ook vaak voor complexe dilemma’s, zoals wat te doen bij het aantreffen van een vuurwapen tijdens een huisbezoek. Meld je dit gelijk aan de wijkagent, of kies je toch voor een andere benadering uit angst voor ongewenste neveneffecten?

Voor een weerbare overheid is het van belang dat professionals ervaringen en informatie met elkaar delen. Dit kan hen helpen om gezamenlijk tot een effectief handelingsscenario te komen. De gekozen kernconcepten kunnen hierbij als handvat dienen.

Dit artikel van Jonas Stuurman verscheen eerder op www.socialevraagstukken.nl

Lees ook het volgende

Het lidmaatschap voor het LPB sluit je af per organisatie. Je betaalt als organisatie slechts € 500,- per jaar. Het spreekt natuurlijk voor zich; hoe meer leden, hoe beter wij de wijkaanpak en het werk van de wijkprofessional kunnen ontwikkelen. Al meer dan honderd gemeenten en organisaties zijn aangesloten bij het LPB.

Voordelen lidmaatschap

  • je krijgt korting op deelname aan het jaarlijkse LPB Congres. Deelname aan het LPB Congres kost dan € 399,-* (normaal € 549,-). Dit is exclusief overnachtingskosten.
  • toegang tot diverse werkgroepen en themabijeenkomsten
  • toegang tot een netwerk van wijkprofessionals
  • promotie van je eigen activiteiten en werkwijzen op de www.LPB.nl en via de digitale nieuwsbrief

Martin: Hier graag een formulier inbouwen