Even aan mijn burgers vragen: argumenteren als burgerplicht

12 januari, 2018 - Webredactie

Impliceert het ideaal van de deliberatieve democratie dat burgers enkel mogen meedenken of ook dat ze de overheid ter verantwoording kunnen roepen? Vanaf deze maand leggen de gemeenten Utrecht en Zoetermeer enkele aangevochten beslissingen voor aan een online burgerpanel. Wat is de toegevoegde waarde van zo’n online burgerjury?

Verschillende Nederlandse gemeenten experimenteren momenteel met democratische vernieuwing. Een van de manieren waarop burgers op lokaal niveau meer bij de besluitvorming worden betrokken, is door vormen van deliberatieve democratie. Dit is publieke besluitvorming waarbij informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan.

Meestal worden burgers alleen gevraagd bij het vormgeven van beleid of bij het meedoen aan de uitvoering ervan. Maar bij De Tweede Mening, een online initiatief van deliberatieve democratie, kunnen burgers juist aan het eind van een proces de gemeente van feedback voorzien of ter verantwoording roepen.

Tweede Mening
Hein Albeda is een van de oprichters van De Tweede Mening. ‘De meeste deliberatieve initiatieven zijn gericht op wat gemeenten gaan doen. Voor ambtenaren is dat heel geruststellend. Als het dan mis gaat, kunnen ze zeggen: “Ja, maar jullie zaten er bij”. Het constateren dat je iets niet goed hebt gedaan, vinden overheidsinstanties veel moeilijker’, aldus Albeda.

Bij De Tweede Mening wordt een aangevochten beslissing van de gemeente in het sociale domein voorgelegd aan een burgerjury. Per deelnemende gemeente worden voor het panel circa 200 representatieve burgers geselecteerd. Het burgerpanel bediscussieert de casussen vervolgens  op het besloten online forum. Na drie weken tijd wordt aan het panel gevraagd of zij het eens zijn met de beslissing die de gemeente had genomen. De gemeente beslist vervolgens zelf wat ze met deze uitspraak doet.

Hein Albeda was onder meer directeur van Stichting Rekenschap en adviseert gemeenten als zelfstandig adviseur. Hij vertelt dat hij De Tweede Mening heeft opgezet als antwoord op de rechtszaken die speelden bij de WMO. Albeda: ‘Wij zagen dat er veel beroepen waren tegen uitspraken van de gemeente rondom de WMO. Vóór deze wet had je een vast recht op bepaalde zorg en kon je dat zelf toetsen. Bij de WMO kijkt de gemeente eerst wat je zelf kan en vervolgens of de gemeente daar iets aan kan toevoegen. Het is voor zorgvragers daardoor moeilijk te zien waar ze recht op hebben.’

De Tweede Mening helpt mensen die ontevreden zijn over de uitspraken van de gemeente bij de WMO, om aan de samenleving om een second opinion te vragen. Albeda: ‘Wij als samenleving betalen deze zorg en wij als samenleving willen dat ook graag. Als het erop aankomt, blijken mensen geneigd te zijn hulp te geven als deze echt nodig is, maar er bestaat ook de ergernis dat er soms bijvoorbeeld hulpmiddelen worden toegekend als deze helemaal niet nodig zijn.‘

Bij het WMO-experiment in Utrecht en Zoetermeer worden meerdere casussen aan het burgerpanel voorgelegd. Een onafhankelijk onderzoeksbureau moet garanderen dat deze casussen op een neutrale en genuanceerde manier aan het online forum worden voorgelegd. Daarnaast zou een WMO-raad volgens Albeda kunnen controleren of De Tweede Mening eerlijk wordt uitgevoerd.

Argumenteren als burgerplicht
Een voordeel van zo’n deliberatief initiatief is dat ambtenaren van de discussies en uitspraken zouden kunnen leren. Uit gesprekken met ambtenaren heeft Albeda gemerkt dat er vaak meerdere kwesties zijn die zij zouden willen voorleggen en dat ze benieuwd zijn naar de afwegingen die burgers vervolgens maken.

Ook zou volgens Albeda de lokale politiek aan de hand van de online discussies kunnen besluiten haar beleid aan te passen. ‘Het is een verrijking van de democratie als argumenteren niet alleen gebeurt bij politici in de gemeenteraad, maar als burgers als het ware een burgerplicht hebben om over besluiten mee te praten.’

Hij wijst erop dat besluiten van de gemeente nu vaak eenzijdig op sociale media worden afgebrand. ‘Als je met mensen praat, komt vanzelf de nuance weer terug. Het zou goed zijn als een gemeente een gevoelige zaak voorlegt aan een groep representatieve burgers die er dan over kunnen meepraten en erover kunnen beschikken.’

Knellend kader
Een  beperking van een initiatief als De Tweede Mening is dat de uiteindelijke uitspraak van het online burgerpanel nooit bindend is. Dat zou namelijk tegen de Nederlandse wetgeving ingaan. Het gevaar bestaat dus dat De Tweede Mening een wassen neus is. Albeda: ‘Een gemeente kan bij De Tweede Mening hoogstens signaleren dat het politiek kader knellend is en dat hier nieuwe maatregelen voor moeten worden genomen. Daarom hebben we wel als voorbehoud ingebouwd dat als een meerderheid van het forum het oneens is met een beslissing, de gemeente deze in ieder geval moet heroverwegen.’

Albeda vindt het vreemd dat het werk van schrijvers en filmmakers op het internet uitvoerig wordt besproken, maar dat er geen vaste plek is voor burgers om bijvoorbeeld over het beleid van de burgemeester te oordelen. Dit zou je volgens hem juist kunnen gebruiken om op tijd beleid aan te passen. ‘Als je als bestuurder pas na vier jaar hoort wat je verkeerd doet, is dat heel vervelend. Als je dat eerder hoort, kun je je beleid nog op tijd bijstellen.’

Dit artikel verscheen eerder op www.bureaudehelling.nl 

Lees hier meer over De Tweede Mening.