De relatie tussen woonduur en buurtverhoudingen is complex. Hoe worden de verhoudingen in de buurt ervaren door bewoners die al meer dan tien jaar in hun buurt wonen? Voor deze mensen geldt dat ze die verhoudingen negatiever beoordelen als de gemiddelde woonduur in hun buurt relatief kort is. En wat is de mogelijke invloed van de aanwezigheid van migranten in de buurt? Het NIDI onderzocht dit.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde in 2018 ‘De nieuwe verscheidenheid’, een studie waarin wordt onderzocht of een hogere mate van etnische diversiteit in een buurt samenhangt met slechter ervaren verhoudingen in de buurt. In dit artikel onderzoekt het NIDI nu ook of de gemiddelde woonduur van de buurtbewoners en de gemiddelde verblijfsduur in Nederland van de aanwezige migranten in de buurt van invloed is op de ervaren verhoudingen in de buurt.
Woonduur en buurtverhoudingen
Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat een gemiddeld kortere woonduur in een buurt een teken kan zijn dat de buurtcohesie minder sterk is. Het is echter maar de vraag of dat klopt. Zo kan er in een nieuwbouwwijk een gemeenschappelijke pioniersgeest ontstaan van nieuwkomers die elkaar helpen om hun weg te vinden in de nieuwe woonomgeving. De resultaten uit eerder Nederlands onderzoek zijn dan ook niet eenduidig en er zijn nauwelijks aanwijzingen dat de gemiddelde woonduur gerelateerd is aan de ervaren buurtcohesie.
Verblijfsduur en woonduur
De WRR onderscheidt ook een tweede kenmerk van deze zogenoemde nieuwe verscheidenheid. De gemiddelde verblijfsduur van migranten in Nederland wordt steeds korter. En deze kortere verblijfsduur van migranten in Nederland kan ook een effect hebben op de buurtverhoudingen. Het ligt in de lijn der verwachting dat een kortere verblijfsduur van migranten zorgt voor slechtere buurtverhoudingen. Bewoners hebben immers minder tijd om een band met elkaar op te bouwen en de migranten hebben minder tijd en wellicht interesse om zich de Nederlandse taal en gewoonten eigen te maken.
Lees dit artikel verder op www.NIDI.nl