Publicatie: Samen inspireren, leren en sturen

Een paar jaar oud alweer, de Community of Practice Wijkaanpak. Maar nog steeds met relevante tips. De deelnemers uit verschillende steden verspreid over het land delen hun ervaringen met anderen zodat deze er hun voordeel mee kunnen doen. Er zijn velen betrokken bij de wijkenaanpak (of gebiedsgericht werken, of wijkgericht werken, of wijkwerken) die baat kunnen hebben bij deze inzichten. Ook mensen werkzaam in andere sectoren willen we laten zien hoe je dwars door de bestuurlijke schalen heen effectief kunt samenwerken en leren. Hieronder een samenvatting van de tips uit het tweede deel van de publicatie, lessen over de wijkaanpak.

Lessen over zelfsturing, sociale cohesie en zelfredzaamheid
Werk consequent vanuit de filosofie dat bewoners zelf hun wijk en hun leven moeten kunnen (mee)besturen. Stel je daarin als professional dienstverlenend en bemiddelend op. Durf los te laten. Reageer niet met een beheersingsreflex (participatieprotocollen, professionele standaarden, aanbodgerichte projecten, initiatief overnemen) op eigenzinnige bewoners die zelf het heft in handen nemen. Benut de kracht van muziek, theater en samen eten als laagdrempelig en plezierige vormen van verbinding in buurten en wijken. Creëer alleen nieuwe ontmoetingsplekken in de wijk als je een goed beeld hebt van de bestaan- de informele plekken (zoals winkels, copyshops, verenigingsleven, openbare ruimte) en als je goed weet wat je daar aan toe wilt en kunt voegen. Investeer gericht (training en coaching) of spelenderwijs (wijktheater, muziek) in de sociale vaardigheden van mensen die zich vaak slachtoffer voelen van de instituties en die het moeilijk vinden relaties op te bouwen. Dit blijkt zeer essentieel voor het zelfbewustzijn en zelfredzaamheid. Maak in je manier van kijken en sturen een onderscheid tussen verschillende vormen van soci- ale verbindingen: tactische verbanden, familie- en vriendennetwerken, publieke vertrouwdheid, afstandelijke nabijheid in het portiek enz. Zo zul je mensen minder snel labelen als eenzaam en sociaal inactief.

Hoe voorkom je dat je opgesloten raakt in een systeemwereld?
Stel jezelf en anderen steeds de vraag: behandelen we de dingen waar bewoners in de wijken van wakker liggen? Sluit je niet op in taaie vergadercircuits die bedoeld zijn om af te stemmen en breed draagvlak te genereren. Wees vooral zakelijk en durf met vuist op tafel te slaan als het niet opschiet. Richt je organisatie en (keten)aanpak in op snel handelen en niet op veel overleggen en tijdrovende procedures. Een actieve en activistische houding is onontbeerlijk om zaken in de wijk en in de eigen organisatie in beweging te krijgen. Die houding kun je niet altijd afdekken met mandaten en consensus vooraf. Het is beter je achteraf te verantwoorden voor wat je deed dan voor wat je hebt nagelaten.

Dilemma’s bij het verankeren van de wijkenaanpak

Wijkenaanpak als apart programma – Wijkgericht werken als norm voor hele organisatie
Inzet op kantelen organisatiestructuur – Inzet op cultuur- en attitudeverandering
Bureaucratie confronteren/openbreken – Verleiden/instrumenteren van ambtenaren
Nieuwe organisaties in het spel brengen – Bouwen op bestaande instellingen
Snoeien in afstemmingsmechanismen – Meer regie en coördinatieorg
Wethouder wijkenaanpak als boegbeeld – Wijkenaanpak verankerd bij hele college
Stoppen met projectencarrousel– Flexibele projectenaanpak behouden

Lessen over het verankeren van de wijkenaanpak in bestuur en organisatie
Zorg voor goede verankering van de wijkenaanpak bij Raad, College en ambtelijke top zodat de wijkenaanpak niet kan worden gezien als ‘hobby’ van een enkele wethouder en enkele professionals. Integraal denken helpt maar verslik je niet in de ambitie om alles integraal te organiseren. Beter een goede sectorale aanpak dan blindstaren op ‘het verbinden van de fysieke en sociale pijler’. Wees terughoudend met het bouwen van hulpstructuren en systemen bovenop de reeds bestaande. Nieuwe structuren moeten oude overbodig maken. Investeer tijdig in een omslag in denken en handelen in de staande organisatie. Gebruik de wijkenaanpak als breekijzer om de gehele gemeentelijke organisatie de omslag naar gebiedsgericht en vraaggestuurd werken te laten maken. Ga daarbij actief op zoek naar medestanders en sponsoren binnen en buiten het systeem.

Lessen uit de CoP over samenwerken met de corporaties
Onderken de spanning tussen de strategie van verdringing en strategie van emancipatie bij plannen voor bouw, renovatie en sloop. Kies daarin helder en communiceer er open over, anders word je ongeloofwaardig voor bewoners die hun huizen gesloopt zien. Behandel corporaties niet als pinautomaat, stuur aan op gelijkwaardige relaties en doe iets aan het oud zeer dat de afgelopen jaren is opgebouwd. Zie de charters en andere afspraken met de corporaties als dynamische documenten die van tijd tot tijd om heronderhandeling vragen omdat de omstandigheden wijzigen. Spreek elkaar wel aan op commitment voor een langere periode. Zorg vanuit de gemeente dat de actiebereidheid van corporaties niet strandt in een treurige gang langs de vele gemeenteloketten. Neem die sores voor hen weg. Vergroot de kennis bij gemeenten over de corporatiewereld, Die is nu te gering wat betreft financiële vraagstukken. Organiseer actief de kennisvergroting op dit punt. Staar je niet blind op de grote dans rond de geldpotten en de discussies rondom de ‘Vogelaarheffing’ maar focus je op gezamenlijke belangen in de wijken. Corporaties hebben de wijkenaanpak ook nodig, omdat deze van grote invloed is op de waarde van hun bezit. Spreek samen de bewoners aan op de verantwoordelijkheid voor de eigen woonomgeving en organiseer samen de ondersteuning daarvoor. Onderzoek de mogelijkheden voor een buurtbeheerfonds. Zorg dat je de samenwerking met corporaties in de wijkenaanpak verbindt met die op stedelijke en regionale schaal. Benut de financiële crisis en bezuinigingen om sloopbeleid en dure plannen met maatschappelijk vastgoed nog eens goed tegen het licht te houden.

Lessen over het belang van continuïteit in de wijkenaanpak
De wijkenaanpak is essentieel voor het ontwikkelen van een krachtige sociale agenda (‘sociaal- cultureel kapitaal’, ‘sociale herovering’, ‘collectieve zelfredzaamheid’ , ‘achter de voordeur’, ‘vreedzame wijk’) dicht op de leefwereld van de bewoners in die wijken. De wijkenaanpak is een belangrijk instrument om de kracht van (maatschappelijk) onderne- merschap te verbinden met de sociale vraagstukken in wijken. Winkelketens (Albert Heijn als koploper), kleine bedrijven, het verenigingsleven en het onderwijs spelen een belangrijke rol bij het leefbaar houden van de wijk en het weer activeren van mensen. De wijkenaanpak sluit aan op een bredere trend naar burger-, wijk- en gebiedsgericht werken en vormt een brug tussen de straat en de stad, en tussen burger en bestuur. De wijkenaanpak kan uitstijgen boven het niveau van een optelsom van losse projecten als je je goed bezint op identiteit en samenhang in de wijk en als je er in slaagt alle partners achter een gezamenlijke aanpak te krijgen. Voor het boeken van duurzame resultaten en voor de geloofwaardigheid naar bewoners moeten gemeenten en Rijk hun inspanningsplicht om deze aanpak 10 jaar vol te houden volledig waarmaken en niet te snel de labels vervangen. De wijkenaanpak zal alleen betekenis hebben en houden als het verbonden wordt met het probleemoplossend vermogen op het niveau van stad en regio.

CoP-lessen over het ‘overplanten’ van best practices

  1. Afkijken mag en moet, omdat het je op nieuwe ideeën brengt en we niet overal het wiel opnieuw willen uitvinden. Pas wel op voor blind kopieergedrag. Maatwerk en oorspronkelijkheid zijn belangrijke normen voor de wijkenaanpak
  2. Begin met het zoeken van aansluiting bij wat er al is. Niets is dodelijker dan een initiatief dat van buiten- of bovenaf wordt gedropt in een wijk waar het al zoveel moeite kost om initiatieven die vanuit de wijk zelf zijn ontwikkeld tot leven te brengen.
  3. Gebruik in je aanpak simpele methodieken die bij de betreffende wereld passen en die er ook voor zorgen dat niet alleen professionals ermee uit de voeten kunnen. Gebruik de taal van de betrokken organisaties en mensen.
  4. Gebruik het mechanisme van olievlekwerking: probeer stap voor stap anderen op de initiatieven aan te sluiten en kom vooral in actie als ze er zelf om vragen en jij er niet mee hoeft te leuren.
  5. Probeer het maakbaarheidsconcept van de druppel uit: door klein ingrepen zelfversterkende mechanismen in gang zetten die uiteindelijk grote effecten hebben. En schroom niet om een tijdelijk initiatief ook tijdelijk te houden, niet alles hoeft structureel te worden.
  6. Gebruik de kracht van mensen die ‘het verschil maken’ en ‘er echt voor gaan’. Vaak blijkt succes afhankelijk van die mensen. Je moet je daarom ook steeds afvragen of het werkt om methodieken over te planten zonder de mensen die dat tot een succes weten te maken;
  7. Probeer methodieken evidence based te maken en de resultaten te objectiveren. Vaak worden ‘best practices’ gekopieerd omdat ze een goede pers hebben en sympathiek zijn en niet omdat ze hun effect bewezen hebben.
  8. Verbind best practices met een richtinggevende visie die alle betrokken partners onderschrijven en internaliseren. Zo kan een initiatief als vreedzame school oreren als vreedzaamheid en wederzijds respect ook de centrale boodschap is in de wijkenaanpak en in het verenigingsleven.
  9. Stuur vooral op continuïteit van een initiatief en een lange adem van de initiatiefnemers en sponsors. Iedereen wordt intussen moe van de eenmalige projecten die te zeer gebaseerd zijn op hypes en tijdelijke financiering.

Praktische tips uit de CoP over monitoring en verantwoording
Leg steeds de relatie tussen wat je rapporteert en de doelen van de wijkenaanpak. Wees eerlijk over wat (nog) niet goed lukt, en over hoe lastig de relatie valt te leggen tussen inspanning en diepere veranderingen in de wijk. Deel wel je optimisme maar maak er geen glossy verhalen van die uitnodigen er doorheen te prikken. ‘Keep it simple & smart’; maak een beperkt aantal indicatoren per doelstelling en ga alleen op specifieke thema’s de diepte in. Gebruik de landelijke platforms met (collega-)projectleiders en onderzoekers om die indicatoren op elkaar af te stemmen. Maak een helder onderscheid in soorten meting en rapportage: effectstudies, voortgangsbewaking, ontwikkelingsonderzoek en procesevaluaties zijn volstrekt verschillende instrumenten die wel eens door elkaar worden gehaald. Laat zoveel mogelijk de bewoners en politici zelf het verhaal vertellen. En gebruik de verantwoording om met een bredere groep politici en bewoners in gesprek te komen. Stel de zachte informatie centraal, verwerk de harde, cijfermatige, info vooral in bijlagen. Werk in de presentatie veel met beeldtaal. Ga op zoek naar de omslagpunten en ‘early warnings’ zodat je niet steeds achter de feiten aanloopt in je rapportages. En kijk daarbij niet alleen naar signalen voor het afglijden van buurten maar ook naar de hefbomen voor de spiraal naar boven. Meet op een lager schaalniveau (buurten) dan stad en wijk. Dit om de zeggingskracht van de cijfers te vergroten. Werk ook met referentiegebieden om een maatstaf te vinden voor succes en falen.

Tien inzichten in de sturing van de wijkenaanpak

1 Consequent werken vanuit de leefwereld van de bewoners
Leg/laat het stuur in handen van de bewoners. Bouw voort op hun initiatieven en geef hen de ruimte zelf prioriteiten te stellen en deskundigheid in te schakelen. Daarvoor moet je wel uit de logica van de systeemwe- reld (beleidstaal, coördinatie en afstemming, project- management, papieren plannen, protocollen, procedu- res) stappen en in de logica van de leefwereld van de bewoners (‘waar liggen zij van wakker?’, wat gebeurt er op straat, achter de voordeur en in de school?).

2 Bouwenopdekrachtvanbewoners
Bouw je wijkenaanpak en de beeldvorming daarover niet alleen op problemen maar vooral ook op wat goed gaat en waar bewoners eigenwaarde en plezier aan ontlenen. Herken en gebruik de netwerken die de bewoners al hebben. Dus niet van buitenaf ontmoeting, binding en zelfredzaamheid gaan organiseren alsof er vanaf nul moet worden begonnen.

3 Wijkgerichtesturingonmisbaarmaken
Verlies je niet in principiële discussies over de vraag of het schaalniveau van de wijk wel het goede niveau is om de grote maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Bouw voort op de agenderende en verbindende functie die de wijkenaanpak tot nu toe heeft gehad en leer soepel te schakelen tussen de verschillende schaalniveaus.

4 Duurzaampartnerschapmetdecorporaties
Investeer in een gelijkwaardige relatie (in kennis, inbreng en respect) met de corporaties. Vertrouw op complementariteit in belangen en herbevestig bij wijzigende omstandigheden het commitment om de wijkenaanpak samen 10 jaar vol te houden. Verwacht niet dat de corporaties de gemeentelijke ambities wel even nancieren, maar wel dat ze zich voor die periode binden.

5 Activeren van maatschappelijk ondernemerschap
Benut de kracht en de inzet van (maatschappelijke) ondernemers en instellingen om de grote sociale vraagstukken in de wijk (werkloosheid, jeugdproblematiek, kwaliteit van de openbare ruimte) tegemoet te treden. Ondernemers als Albert Heijn, de scholen en de sportclubs willen zich hier ook voor inzetten. Zonder deze netwerken is de basis onder de wijkenaanpak te smal.

6 Verankerenvandewijkenaanpakinbestuur en organisatie
Bouw aan een stevige verankering van de wijkenaanpak bij de politiek, de gemeentelijke organisatie en de departementen. Zoek daarin een goede mix van organisatorische (gebiedsgericht/integraal werken) en mentale (‘achter je PC vandaan’) interventies en van een stimulerende en confronterende aanpak. Zo verminder je de afhankelijkheid van de wijkenaanpak van speci eke projecten.

7 Actiegerichtheid
Wees zakelijk en waar nodig confronterend in de relaties met anderen en ga niet zitten sleutelen aan plannen tot iedereen het er mee eens is. Beter iets onafs en gedurfds uitproberen dan wachten op de grote omslag met het breedste draagvlak. En beter achteraf verantwoorden waarom je iets deed dan waarom je niets deed.

8 Nieuwe aanpakken niet uitrollen maar laten groeien
Leer van (succesvolle) projecten en ‘best practices’ van anderen en verbindt deze met de lokale praktijk zodat er sprake is van maatwerk. Begin daarbij klein en gebruik de kracht van individuen ‘die het verschil maken’ en van olievlekwerking om het verder te verspreiden.

9 Eenscherpoogvoorwatertoedoet
Leer beter waarnemen hoe schijnbare details (kleine successen, bijzondere mensen, informele ontmoetingsplekken) het verschil kunnen maken. Vertaal dat in nieuwe maakbaarheidsconcepten waarbij kleine ingrepen groot kunnen uitpakken (‘de kracht van de druppel’, keteneffecten veroorzaken).

10 Van rapportageplicht naar verantwoording nemen
Maak geen rapportages over de wijkenaanpak die vooral bestaan uit cijfers, los zijn geweekt van de praktijk en waarin alle hobbels behendig worden gladgestreken. Laat voelen wat de wijkenaanpak verandert in het leven in de wijk en wees oprecht in wat lukt, niet lukt en een lange adem vergt. En zoek de dialoog met de politiek hierover.

Het hele document is hier te bekijken.

Lees ook het volgende

Het lidmaatschap voor het LPB sluit je af per organisatie. Je betaalt als organisatie slechts € 500,- per jaar. Het spreekt natuurlijk voor zich; hoe meer leden, hoe beter wij de wijkaanpak en het werk van de wijkprofessional kunnen ontwikkelen. Al meer dan honderd gemeenten en organisaties zijn aangesloten bij het LPB.

Voordelen lidmaatschap

  • je krijgt korting op deelname aan het jaarlijkse LPB Congres. Deelname aan het LPB Congres kost dan € 399,-* (normaal € 549,-). Dit is exclusief overnachtingskosten.
  • toegang tot diverse werkgroepen en themabijeenkomsten
  • toegang tot een netwerk van wijkprofessionals
  • promotie van je eigen activiteiten en werkwijzen op de www.LPB.nl en via de digitale nieuwsbrief

Martin: Hier graag een formulier inbouwen