De lessen van de Leefstraat

“Wat als…we een straat teruggeven aan haar bewoners?” Die vraag vormde steeds het uitgangspunt voor Lab van Troje om in 30 straten in Gent, maar liefst 51 keer een Leefstraat te begeleiden. Na vier jaar experimenteren is wat ooit onmogelijk leek, mogelijk geworden. Bewoners toonden in praktijk hoe een autovrije of autoluwe inrichting samen met het gebruik van buurtparkings voor nieuwe ontmoetingsruimte en een sterker buurtgevoel zorgden. Het experiment creëerde ook heel wat verwachtingen bij de bewoners die de Leefstraat ervaren hebben. Het is nu tijd om de lessen van de Leefstraten door te geven aan de stadsdiensten. Enkel zo komen de inspanningen van de bewoners ten volle tot hun recht.

Lessen van de Leefstraten
De voorbije vier jaar waren bijzonder leerrijk voor al wie werkt rond straatinrichting. Er werden Leefstraten ingericht in het centrum, in de 19de– en 20ste-eeuwse wijken van Gent. Korte en lange straten, met diverse bevolkingsgroepen, soms dicht bij elkaar zodat samenwerken tussen verschillende Leefstraten nodig werd. Er werd gedroomd van permanente Leefstraten, gevraagd naar herinrichtingen, en gebrainstormd over een flexibel gebruik van straten (naargelang het seizoen of de noden van de buurt). Parken werden letterlijk en figuurlijk met de straat verbonden. Dit zorgde voor een berg inspiratie waar de Stad niet blind voor is. Er gaat geen straat(her)aanleg voorbij waar de Leefstraat niet over de lippen gaat. Nieuwe wijken zoals Ecowijk Gantoise worden helemaal in de filosofie van de Leefstraten ontwikkeld.

Het uitgangspunt van het experiment was dat een Leefstraat én het proces ernaar toe het contact en het samenleven tussen de mensen zou versterken. Dit werd bevestigd doorheen de edities. Elke Leefstraat begon met het in kaart brengen van dromen en angsten en met het vinden van oplossingen voor meningsverschillen. De tijd nemen om naar iedereen te luisteren, ook naar de tegenstanders, was essentieel. Leefstraten veranderden daardoor ook: een tweede editie zag er anders uit dan een eerste, er werd geluisterd naar opmerkingen.

Een Leefstraat-proces stopt ook niet na een tijdelijke herinrichting van twee maanden. Integendeel, door de praktijkervaring ontstaat pas echt de gesprekken tussen bewoners over de beste invulling van hun straat. Dan wordt ook duidelijk dat, ondanks het intensieve traject, niet steeds alle bewoners zich in de invulling van “hun” Leefstraat herkennen. Niettegenstaande ze vaak dezelfde uitdagingen en dromen voor de buurt delen. De reden hiervoor ligt vaak niet eens bij de Leefstraat, maar is het gevolg van mensen die hun buurt de voorbije jaren (te) snel zagen veranderen.  De uitdaging is om ook met deze mensen naar de toekomst voor hun buurt te kijken, op hun tempo. Dit luisteren maakt ook deel uit van een Leefstraat-traject.

Geen Leefstraat ook zonder een echte oplossing voor het parkeren. Wat begon met enkele parkeerplaatsen bij de architect om de hoek, werd al snel het uittesten van bv. Dampoort of de Arbedsite als buurtparking. Stilaan groeide het inzicht dat enkel buurtparkeren niet volstaat: je krijgt er simpelweg niet alle auto’s kwijt, ook niet met het invoeren van autodelen. Tijdens de vierde editie werden daarom parkings op grotere afstand getest. De verbinding met de wijk werd via  extra fietsen(stallingen) of een bus gegarandeerd. Bewoners uit de Brugse Poort gebruikten bv. Drongensesteenweg en Watersportbaan als parking. Leefstraten en parkeren kunnen hand in hand gaan, als buurt- en afstandsparkeren voor bewoners verder uitgebouwd wordt. De ondertussen aangeworven parkeermakelaar bij de Stad kan dit systeem verder oppakken en uitwerken.

Ruimte maken voor anderen
Het Lab heeft zijn pioniersrol gespeeld en is nu op het punt gekomen dat blijven experimenteren niet meer nodig is. Het Lab was immers een vehikel om iets nieuws uit te zoeken, dat nu gevonden is. Men bouwt nu al verder op ons pionierswerk. Antwerpen, Brussel, Rotterdam, Utrecht, Haarlem, Amsterdam en Groningen maakten alvast hun eigen variant en in Gent hebben verschillende stadsdiensten goesting om er hun verhaal van te maken.

Dit artikel verscheen eerder op www.leefstraat.be

 

 

Lees ook het volgende

Het lidmaatschap voor het LPB sluit je af per organisatie. Je betaalt als organisatie slechts € 500,- per jaar. Het spreekt natuurlijk voor zich; hoe meer leden, hoe beter wij de wijkaanpak en het werk van de wijkprofessional kunnen ontwikkelen. Al meer dan honderd gemeenten en organisaties zijn aangesloten bij het LPB.

Voordelen lidmaatschap

  • je krijgt korting op deelname aan het jaarlijkse LPB Congres. Deelname aan het LPB Congres kost dan € 399,-* (normaal € 549,-). Dit is exclusief overnachtingskosten.
  • toegang tot diverse werkgroepen en themabijeenkomsten
  • toegang tot een netwerk van wijkprofessionals
  • promotie van je eigen activiteiten en werkwijzen op de www.LPB.nl en via de digitale nieuwsbrief

Martin: Hier graag een formulier inbouwen