“Het was een rommel en de sociale weerbaarheid was laag. Er moest een intensieve wijkaanpak komen.”

In gesprek met Mirjam Boxhoorn, gebiedsverbinder bij de gemeente Haarlem

Volgens de statistieken van het CBS wil je er wonen. Maar zoom je in, dan vraagt dit kleine klassieke volksbuurtje in Haarlem toch echt om een intensieve wijkaanpak, vertelt Mirjam Boxhoorn, gebiedsverbinder bij de gemeente Haarlem. En dat betekent meerjarig commitment en duurzame inzet van alle betrokkenen om grote sociale problemen en de voedingsbodem daarvan aan te pakken

Met globale gebiedsanalyses komt het Rozenprieel in Haarlem waarschijnlijk niet op de radar. Het is een klein stukje van een groter gebied waar de bevolkingsgroep, op de meeste terreinen, een stuk welvarender is dan gemiddeld. Maar zoom je in, dan zie je een klassieke volksbuurt waar van oudsher al veel armoede en andere sociale problematiek speelt. “De inwoners zijn juist een stuk minder welvarend dan in andere buurten in de omgeving”, benadrukt Mirjam. “En je ziet dat dit generatie op generatie wordt doorgegeven. Mensen hebben schulden, problemen met de opvoeding van hun kinderen, voelen zich onveilig. En er werd heel weinig gemeld. Niet over paaltjes, niet over inbraken en bij de buurtsuper was nog nooit iets gestolen. Mensen die er wonen ‘lossen het zelf op’. Maar de manier waarop leidde te vaak tot ondermijning.”

Liever kijken en luisteren naar het verhaal van Mirjam?
Bekijk dan deze animatie over wat de gemeente Haarlem doet in het Rozenprieel.

Toen kreeg de wijk kreeg te maken met flinke funderingsproblemen. Dan kun je er als gemeente voor kiezen om alles plat te gooien en te sturen op wat je terug laat komen. In Haarlem kozen ze echter voor intensieve wijkaanpak, samen met woningcorporatie Ymere. “De fundering, de criminaliteit en de leefbaarheid was ook echt niet best – het was een rommel en de sociale weerbaarheid was heel laag. Dus de burgemeester gaf een bestuurlijk opdracht: er moest een wijkaanpak komen.”

Mirjam ging met alle betrokkenen in gesprek, met Ymere, de politie en welzijnsorganisatie Haarlem Effect. Bijna een jaar bekeken ze wat er allemaal gebeurt in de wijk en spraken ze over wat ze zouden moeten doen. Dat kregen ze redelijk scherp maar ook niet 100%. “We zijn toen gewoon begonnen met activiteiten – met vallen en opstaan. We probeerden een burenhulpmethode, werkte niet. Maar je krijgt wel contact, je praat met mensen en langzaamaan krijg je ook meer zicht op wat er wel werkt.”

De activiteiten kregen een plek in het uitvoeringsplan met aandacht voor vier pijlers:
Wonen – uitvoeren funderingswerkzaamheden en renovaties.
Ondermijning – veiligheid: wie zijn de rotte appels en hoe krijgen zij een minder groot podium?
Fysieke leefomgeving – zorgen dat de buurt weer schoon, heel en veilig wordt.
Sociale weerbaarheid – weerbaar maken van bewoners die gevoelig zijn voor dreiging en intimidatie.

Mirjam vroeg intern bij de gemeente wel om lange termijn commitment van de vele afdelingshoofden die erbij betrokken zijn. “In het begin werkt iedereen altijd enthousiast mee – het is nieuw en er is geld. Maar ik wilde wel betrokkenheid bij een wijkaanpak voor zes jaar. Dan moeten iedereen het dus ook volhouden. En niet dat politie en veiligheid, als er ondermijningsproblemen zijn in een andere wijk, ineens geen tijd meer hebben voor het Rozenprieel.” 

Mirjam vond het ook belangrijk dat de wijkwethouder opdrachtgever werd van de wijkaanpak. Daarvoor moest ze telkens naar de verschillende portefeuillehouders met haar verzoeken – bij de burgemeester voor veiligheid en voor fundering bij de wethouder wonen en daardoor was het nooit helemaal van iemand. Bij het starten van nieuwe coalitie heeft ze de wijkwethouder gevraagd het project te trekken. Zo kon hij de ambassadeur zijn bij discussies in het College en Mirjam heeft nu een vast aanspreekpunt.

Iedereen was het eens. Ze wilden wel twee keer per jaar horen wat er allemaal goed gaat en als er dingen niet goed gingen moest Mirjam dat meteen melden. “De aanpak is tot nu toe ook wel succesvol geweest waardoor iedereen z’n eigen beleidsdoeltellingen heeft kunnen behalen. We houden iedereen goed geïnformeerd zodat je kunt zien wat de successen zijn. We hebben bij de gemeente soms wel de neiging ons te focussen op de dingen die niet goed gaan en dan vergeten we wat wel goed gaat. In dit verhaal zijn ook dingen niet gelukt maar door twee keer per jaar te laten zien wat het heeft op geleverd zien alle betrokkenen het belang.”

Dankzij meerjarig commitment van haar organisatie en duurzame inzet van de betrokken partijen en bewoners, maakten ze de afgelopen jaar flinke stappen in het Rozenprieel. “We moesten ons eerst wel echt bewijzen. Maar door steeds duidelijk en consequent te zijn konden we ook langzaam vertrouwen winnen. En dat betekent dus ook eerlijk zijn – ik weet het ook niet, nee durven zeggen, bereikbaar zijn. Ik woon zelf in de buurt, maar de commitment geldt voor alle betrokkenen, je moet er echt zijn. Dus soms gewoon komen lunchen, laten zien dat je er samen voor gaat, naar buurtbewoners luisteren en helpen om ze het voor elkaar te krijgen. En je moet goed kijken waar hun belangrijkste kern zit, dan kun je daarna beter het vertrouwen winnen zonder dat het ten koste gaat van hun welzijn.”

In het Rozenprieel begonnen ze snel met het opruimen van rommel, afval en repareerden ze kapotte stoeptegels en scheve paaltjes. Dit doorbreekt het ‘broken window effect’ – want als alles stuk is ga je er ook niet zorgvuldig mee om. Doe dit soort acties dus niet als laatste, maar als eerste, geeft Mirjam als tip. Als je zorgt dat de openbare ruimte er goed uit ziet dan kan dat andere dingen weer in beweging zetten.

Mirjam probeert er als verbinder vooral voor te zorgen dat alle betrokken partijen dingen samen doen in plaats van allemaal apart. En dat geldt ook voor de bewoners onderling. “We zien dat de wijk aantrekkelijker wordt. Maar de nieuwe uitdaging is nu dat de verschillende groepen echt met elkaar moeten gaan samenleven. En dat ze het leuk hebben met elkaar. Niet de beste vrienden, maar dat het niet wij-zij is. Dat ze elkaar gedag zeggen en elkaar aanspreken. Sommige bewoners vinden het nog steeds te gevaarlijk. En in het verleden moest je wel beetje op je tellen passen, maar dat is nu echt meer zo, dat moeten we mensen nog wel laten inzien. En de bewoners zijn toch nog steeds een beetje bang dat er gesloopt wordt. En ze zijn gewend dat alles wat mooi en goed is kapot gaat. Maar je bent daar zelf bij, en als je samenwerkt met andere bewoners dan kun je dat tegengaan. Maar dat is nog wel een moeilijke opgave waar we nu mee aan de gang moeten. En dat moeten we dus met z’n allen doen.”


Zomerreeks reportages ‘Brede welvaart in de buurt’

Brede welvaart – eigenlijk werken we daar elke dag aan. Dat constateerden veel wijkprofessionals tijdens het online event ‘Brede welvaart in de Buurt’ dit voorjaar. Gemeenten vertalen de grote thema’s uit de monitor brede welvaart en SDG’s van het CBS in lokale ambities. Ze kijken wat er speelt en leeft in wijken, bij inwoners, en vertalen dit in een wijk- of gebiedsaanpak. En met concrete acties in de buurt werken wijkprofessionals samen met inwoners en andere wijkpartners dus elke dag aan de brede welvaart. Deze zomer vertellen wij hun verhalen in de reeks ‘Werken aan brede welvaart in de buurt’. Aan het eind van de zomer vind je alle verhalen gebundeld in een online magazine, inclusief meer achtergrond en concrete aanknopingspunten om zelf verder te bouwen aan brede welvaart in jouw buurt.

  • Op maandagmiddag 8 maart ging LPB On the road naar Eindhoven. In deze video blikken we terug: wat is brede welvaart voor jou en hoe passen we dit in ons werk toe?
  • Bekijk de video van de lezing van Peter Hein van Mulligen (hoofdeconoom bij het CBS) over de monitor brede welvaart.
  • Luister deze podcast waarin we spraken met wethouder Yasin Torunoglu en gemeenteraadslid Samir Toub. Wat betekent de brede welvaart in de buurt voor hen?