25 jaar LPB: Van wijkgericht werken naar werken in wijken

9 juli, 2019 - Webredactie

door Willem Stam >>

Op 20 juni vierde het LPB z’n 25e verjaardag. We nodigden onze netwerkpartners uit. Cadeauwens? Een pittige pitch met een boodschap voor de jarige. Zo verzamelden we een rijk palet aan wijze lessen over werken in de wijk. Verpakt in een blog van onze voorzitter Willem Stam willen we deze lessen delen. Helemaal onderaan vind je de cadeaus. 

Het LPB bestaat 25 jaar. Sinds de start in 1994 staat de afkorting voor Landelijk Platform voor Buurt- en wijkgericht werken. Opgericht door een aantal koplopers van toen: gemeenten Deventer, Dordrecht, Breda en Utrecht. Belangrijkste doel was het laagdrempelig kennis uitwisselen met wijkambtenaren uit zoveel mogelijk gemeenten. En dat doen we inmiddels 25 jaar, met het LPB Congres als jaarlijks hoogtepunt. Daarmee trekken we heel Nederland door en is er elke keer weer een enthousiaste gemeente die als gastgemeente wil optreden.

Maar 25 jaar is ook reden voor een feestje en dat hebben we onlangs gevierd. Verschillende partijen kwamen ons feliciteren en brachten tips voor ons mee. Want ook bijvoorbeeld LSA, Platform 31, WijkAdvies, de School voor Gebiedsgericht werken, en het RIGO, zijn al tientallen jaren met wijkgericht werken in Nederland bezig. De vele tips leiden tot bezinning en heroriëntatie en daar zijn we nu binnen het LPB volop mee bezig. Hiermee doe ik vast een schot voor de boeg.

Belangrijke constatering is dat we trots mogen zijn in Nederland op de manier waarop de overheid zich bemoeit met buurten en wijken. Wijken krijgen bij ons niet de kans om af te glijden. En we onderkennen steeds weer opnieuw de wijk als aantrekkelijk schaalniveau om vraagstukken aan te pakken. Van de transitie in het sociale domein tot het aardgasloos maken van Nederland.

Daarentegen wordt zeker binnen gemeentelijke organisaties nut en noodzaak van het wijkgericht werken niet vanzelfsprekend onderkend. Regelmatig stoppen gemeenten ermee of is het team wijkgericht werken speelbal van steeds terugkerende reorganisaties. Een gemiddelde gemeente houdt zich vast aan een cultuur van sectoraal werken in strakke systemen. Tot en met de portefeuilles van de collegeleden blijft het sectoraal ingedeeld.

De andere kant van de medaille is de leefwereld van bewoners en de werkwereld van ondernemers. Daar kunnen gemeenten de problemen vervolgens niet integraal aanpakken. Structurele oplossingen worden zelden gevonden aan de keukentafel of in de bouwkeet. Een belangrijk advies aan ons is om de energie niet langer te stoppen in de systeemwerelden van al die bureaucratische organisaties. Die manier van werken zal wel ergens goed voor zijn en neem het maar als gegeven.

Stop ook met het willen binnendringen achter de voordeur bij bewoners en ondernemers. Kansen liggen er in de publieke ruimte. Verleid mensen om met elkaar aan de slag te gaan: op straten, pleinen, in wijken en buurten. Het zijn plekken waar we nieuwe coalities kunnen sluiten, teams kunnen vormen met mensen uit overheids-, maatschappelijke en bewonersorganisaties. Dit zijn mensen die zich willen inzetten op collectief geformuleerde opgaven. “Het moet druk worden in de grensgebieden tussen organisaties”, zei Evelien Tonkens (hoogleraar burgerparticipatie) al jaren geleden.

Veel tips aan het LPB komen in die werkwijze samen. En daarmee tips voor de wijkambtenaar in Nederland. Begin bij het laagste schaalniveau, werk van onderop, samen met belanghebbende partijen in een gebied. Ga op dat schaalniveau eens op zoek naar anderen dan je gelijkgestemden. Er zit zoveel kennis, tijd, geld, en netwerk bij mensen en organisaties. Sluit daarbij marktpartijen niet uit. Committeer je eigen gemeente aan de deals die bij deze aanpak worden gesloten waardoor er doorzettingsmacht gaat ontstaan. Ga aan de slag met de vraagstukken die ertoe doen. Bewoners en ondernemers kijken naar de overheid voor oplossingen, samen kom je verder.

In alles wordt preventie een belangrijk sleutelwoord. Daar ligt nog veel te weinig prioriteit in gemeenteland. Dat is niet slim, want goed en planmatig onderhoud binnen het fysiek domein zal grote geldverslindende ingrepen zoveel mogelijk kunnen voorkomen. Preventie gericht opeigen gezondheid, voeding, leefstijl en geluk speelt ook een belangrijke rol. Daarmee is positieve gezondheid een nieuw thema aan het worden.In Schagen, de gemeente waar ik woon, was in de vorige collegeperiode een wethouder geluk. Een mooie stap om dit nieuwe aandachtsgebied te onderschrijven. Overigens is de portefeuille in deze periode alweer verdwenen.

Wat een kansen liggen er in dit nieuwe werkveld. Misschien hebben we het wijkgericht werken wel teveel gezocht binnen onze eigen organisaties of achter de voordeuren en veel te weinig in de buurten en wijken zelf. Van wijkgericht werken naar werken in buurten en wijken. De omgevingswet, die ingevoerd wordt in 2021, wordt hier de belangrijke motor voor. Niet het juridisch instrumentarium en alle nieuwe planvormen, maar de cultuurverandering die ermee wordt beoogd. Werken van onderop, integraal, met veel betrokken partijen en gebiedsgericht.

Het LPB gaat haar leden daarbij helpen. Dat zijn nu nog vooral gemeenten, maar de weg ligt open om ook andere organisaties aan ons te gaan binden. Het binden van de mensen in die organisaties, die naar buiten gaan, de wijk in. Met elkaar geven we vorm aan een nieuw speelveld.

Willem Stam
Voorzitter LPB

Onze cadeaus

Vijf gelukwensen van het LSA door Thijs van Mierlo (LSA)

Van geen wijken weten door Carla Kolner (zelfstandig preventie-onderzoeker) en Ard Sprinkhuizen (Kenniscentrum Sociale Innovatie Hogeschool Utrecht)

25 jaar in de buurt, en wijk door Merlijn van Hulst (Tilburg University)

Wijkgericht werken door de jaren heen en een blik vooruit door Mirjam Fokkema (Platform31)

20 jaar gebiedsgericht werken met SVGW door Eric Lugtmeijer, Hans Hoogvorst en Lieke Herpers (School voor gebiedsgericht werken)