De eigen buurt staat in het middelpunt van de belangstelling

2 juni, 2020 - Webredactie

door Willem Stam >>

Het zijn bizarre tijden. De coronacrisis zet de wereld op zijn kop. Dat geldt voor alle schaalniveaus. Niet in de laatste plaats voor buurten en wijken. Door de lockdown is iedere burger gedwongen thuis te blijven. De fysieke leefwereld is zich gaan beperken tot het eigen huis, de tuin, het balkon, de straat en de buurt. En af en toe een uitstapje naar een winkelcentrum in de wijk of stad.

En ineens is het eigen huis ook kantoor, school, filmzaal, restaurant, sportschool en café. Een goed functionerend internet en voorzieningen in de buurt worden heel belangrijk gevonden. Extra ruimte hebben op de stoep, in de plantsoenen en op de speelplaats, blijken belangrijke voorwaarden te zijn bij onze nieuwe anderhalvemetermaatschappij. En wat te denken van het langzame vervoer. Wandelen en fietsen wordt onze nieuwe bewegen. Wat een rust, wat een leefbaarheid.

“Elke nadeel heb zijn voordeel”. Deze crisis doet ervaren wat de leefkwaliteit van de buurt en wijk voor veel burgers betekent en of kan betekenen. En tot nu toe ging het vooral om de fysieke kant, maar ook de sociale kant van de straat en de buurt wordt zichtbaar en voelbaar. Hoewel we elkaar maar op een afstand van anderhalve meter mogen naderen is nabijheid belangrijker dan ooit. Buren, vertrouwde gezichten, professionals die in de buurten werken, worden meer dan ooit gezien en gewaardeerd.

Binnen het wijkgericht werken spreken we al lange tijd over frontwerkers. Onmisbare werkers op buurt- en wijkniveau. Zorgverlener, vuilnisophaler, handhaver, politieagent, leerkracht, jongerenwerker, sinds de coronacrisis maken zij de grote groep uit van de vitale beroepen. De coronacrisis zal weer voorbij gaan en wat blijft er dan over van de waardering voor buurt en wijk en de noodzaak om dit ook in tijden zonder coronacrisis vast te houden. Daar ligt een enorme uitdaging voor wijkwerkers.

Is het mogelijk om buurten te realiseren waar mensen veel flexibeler kunnen leven. Waar gewoond wordt, maar ook gewerkt, gegeten, voedsel verbouwd, onderwijs gegeven, waar activiteiten op straat mogelijk zijn, film en theater gekeken kan worden, waar het gezellig en veilig is op straat zodat er ontmoeting kan plaatsvinden. Waar kinderen en jongeren zich kunnen ontplooien in uitdagende speelomgevingen. De georganiseerde chaos waar we nu inzitten biedt kansen voor nieuwe ontwikkelingen.

Dat geldt ook voor het LPB. Juist nu de buurt en de professionals die er er werken zo in het middelpunt van de belangstelling staan. Dit jaar geen groots centraal LPB Congres waar alle buurt- en wijkwerkers naar toekomen. Maar we draaien het om, het komend jaar gaan we decentraal en komen met het congres doorlopend naar de gemeenten toe. Het LPB wil zoveel mogelijk wijkwerkers gaan ontmoeten en inspireren op anderhalve meter afstand.

Willem Stam
Strategisch adviseur gemeente Den Helder; voorzitter LPB