De Publieke Kater van Albert Jan Kruijter

11 november, 2015 - Webredactie

door Wim Waninge >>


Tijdens het LPB Congres 2014 sprak Albert Jan Kruijter over de (nieuwe) publieke taak van de overheid, in tijden van decentralisatie. LPB-man Wim Waninge was aanwezig en deed verslag. De rode draad: Kan onze centrale overheid wel echt loslaten en maken we ‘rechtmatigheid’ niet te belangrijk?

Zo verging het de publieke taak

Albert Jan nam ons in sneltreinvaart mee in de geschiedenis van de publieke taak. Van het oude Griekenland, waar de burgerschapsstatus werd afgemeten aan de mate waarin publieke taken werden vervuld; via de Romeinse tijd waarin het burgerschap van Rome kon worden gekocht (recht) met bijbehorende plichten; en de Franse revolutie en de verklaring van de rechten van de mens waarbij is vergeten ook de plichten van de mens te beschrijven; naar het Nederland van de afgelopen 70 jaar.

Meest gecentraliseerde staat van Europa

Nederland is in 300 jaar van de meest gedecentraliseerde eenheidsstaat van Europa getransformeerd naar de meest gecentraliseerde eenheidsstaat van Europa. Den Haag bepaalt. Waar vroeger Kampen, Zwolle en Deventer in staat waren onderling afspraken te maken over de opvang van zwervers en daklozen, is voor nagenoeg alle publieke opgaven Den Haag instructeur.

Meer dan acht monitors vanuit Den Haag!

Met de drie decentralisaties lijkt het er op dat verantwoordelijkheden worden gedecentraliseerd. Maar is dat zo? Albert Jan betoogt dat de verzorgingsstaat wordt gedecentraliseerd naar gemeenten, maar de rijksoverheid de financiële en inhoudelijke touwtjes niet loslaat. De financiële autonomie van de gemeenten is gering. Er lopen meer dan acht monitors van het rijk om te controleren of de gemeenten het wel goed doen: een decentrale verzorgingsstaat met een sterk gecentraliseerde controlestaat. Gemeenteraden moeten hun positie pakken om keuzes te maken en hun toezichthoudende rol in te vullen, en daarmee niet toestaan dat de rijksoverheid alle sturing in handen houdt.

Burgers zijn ‘onteigend’ van de publieke taak

De stelling van Albert Jan: de overheid en de verbonden instituties hebben de burgers ‘onteigend’ van de publiek opgave. Vanaf grofweg de jaren zeventig hebben professionals de vrijwilligers verdrongen uit het publieke veld en zich daarmee de publiek taak/opgave toegeëigend.

De wens om de afstand tussen de straat en het overheidsapparaat te verkleinen en de terugtredende overheid als gevolg van financiële krapte, vragen om burgers die zelf weer verantwoordelijkheid willen nemen. Het belang van mantelzorg, vrijwilligerswerk, bewonersinitiatieven, bewonersbedrijven, burgers aan zet, is trending topic in overheidsland.

Een 10 voor rechtmatigheid, ondanks de hoge kosten

Maar .. kan de overheid wel loslaten? De overheid, het ambtelijk apparaat, is gewend om aan rechtmatigheid de hoogste prioriteit toe te kennen. Albert Jan voegt daar 2 elementen aan toe: de financiële opgave, het moet goedkoper en de publieke opgave deels terug geven aan de burgers, eigen kracht.

Albert Jan pleit ervoor om in de uitvoeringspraktijk niet altijd een 10 te willen scoren op rechtmatigheid, omdat dat soms leidt dat hoge kosten en het eigen initiatief van mensen de kop indrukt. Juist in de praktijk van de buurten en wijken komen we dikwijls tegen dat het vasthouden aan regels eigen initiatief in de weg staat, kosten verhogend kan werken, en voorbij gaat aan wat ook al weer de bedoeling was. Een bestemmingsplan staat een initiatief in de weg waarvan we, bewoners en wijkwerkers, overtuigd zijn van de meerwaarde voor de wijk. Een bestemmingsplanwijziging kost geld en stuit op juridische problemen, bewoners haken af en leegstand leidt tot verloedering en maatschappelijke kosten. Zo zijn er in de dagelijkse praktijk veel voorbeelden te vinden, vooral ook in het sociaal domein. Te denken aan inkomen (wwb, participatiewet) en zorg (perverse werking van het systeem)

Een 6 is goed genoeg

Albert Jan pleit ervoor om soms genoegen te nemen met een 6 op rechtmatigheid waardoor de scores op kosten en eigen kracht een ruime voldoende scoren. Dat vraagt in iedere situatie een afweging, maatwerk. Een manier van werken waarin ‘gezond verstand’ ten aanzien van regels de norm is. Dat is een opgave voor de werkers in de wijk: de kansen liggen er!

 

Wim Waninge
Clustermanager Zorg Gemeente Enschede