De wijkkrant wordt schromelijk onderschat

14 juni, 2017 - Webredactie

Om met elkaar samen te leven moet je weten wat er speelt. In heel veel buurten geeft de wijkkrant daartoe smoel aan de bewoners en aan de omgeving. Maar de wijkkrant staat onder zware druk.

‘De wijkkrant is het cement van de wijk’, zegt journalist Jos van Beek. Hij leverde in 1999 een eerste bijdrage aan wijkkrant Op de Hoogte van de Geitenkamp in Arnhem.

Over die tijd oordeelt Jos van Beek dat wijkkranten draagvlak voor verandering en ontwikkeling creëerden. De (eind)redacteur en producent van wijkkranten: ‘Mensen snapten beter wat de overheid in hun buurt deed. Bijvoorbeeld over de projecten waarmee in één klap de openbare ruimten in wijken als Klarendal, het Arnhemse Broek, en de Geitenkamp werden opgeknapt en waar bewoners mee konden praten over het uitvoeren van extra verbeteringen in de wijk.’

Het werk aan de straten, het openbaar groen, de verlichting en speelplekken bracht vaak overlast voor de bewoners met zich mee. Door onafhankelijke verhalen met de wijkbewoner als middelpunt maakte Jos van Beek duidelijk waar het over ging. Daardoor was de buurt veel beter geïnformeerd en ontstond er begrip. Maar dat niet alleen. Mensen gingen ineens horen wat er te doen was en wat er speelde. Terwijl wijken als Geitenkamp zogenaamd sociaal hecht waren, maar tegelijkertijd sociaal moeilijk, met veel lagere inkomens, veel gesloten families, veel lager opgeleide bewoners en hogere werkloosheid door generaties heen.

Wijkoverstijgend verhaal
Jos van Beek: ‘Ik begon in de Geitenkamp, met opbouwwerker Wim Petersen. Op de Hoogte heette die krant. Een ontzettend goede naam.’ Wim Petersen schreef zelf veel artikelen voor de wijkkrant, toen nog op het formaat van de VPRO-gids. Van Beek veranderde de indeling van de krant. Die was eerst in zwartwit, later, toen er extra geld was gevonden, werd het full-color en werd het een groter formaat, als een echte krant. Ook kwamen er dankzij Jos vaste rubrieken over de wijkagenten en het buurthuis. Op de voorpagina kwam een wijkoverstijgend verhaal, om ook interesse van buitenstaanders – bijvoorbeeld raadsleden – te kweken en daarmee de belangen van de wijk in beeld te brengen en te verbinden met de stad.

Cadeau aan de wijk
Een cadeau aan de wijk moest het worden. En dat was het. Uit alle onderzoeken blijkt dat wijkkranten goed worden gelezen. In 2008 is het laatste grote onderzoek geweest. De kranten waar Jos van Beek aan meewerkte, Op de Hoogte en de Rijnrepoorter in het Arnhemse Broek werden door 95 procent van de bewoners gelezen. In Klarendal scoorde de wijkkrant in een eerder onderzoek een bekendheid van 90 procent en 80 procent las hem. ‘De papieren wijkkrant is een krachtig instrument voor verbinding. Een website kan nooit dat bindende effect hebben’, gelooft Jos van Beek. ‘Je iPhone of iPad geef je niet zo snel door aan anderen als een krantje. Waar je websites en apps weg klikt, ligt een wijkkrant een tijdje op de salontafel. Bovendien, ook met een site of een Facebookpost heb je altijd iemand nodig om de verhalen zo te maken, dat ze lezers interesseren, zeker in de huidige tijd van informatieovervloed.’

Tegenwicht
De wijkkrant is onmisbaar om wijkbewoners te mobiliseren. Zo verkommerde De Blokhut, een activiteitengebouwtje bij een Krajicekveld in het Arnhemse Broek zo erg, dat sloop overwogen werd. Jos van Beek:’Na publicaties in de wijkkrant, kwamen er veel reacties uit de buurt. Bewoners kwamen met ideeën en plannen – van fietsen repair tot leesclub of kaartavonden – en wilden De Blokhut zelf wel gaan beheren. De gemeente ging overstag, waardoor De Blokhut een nieuwe kans krijgt.’ Anderen noemen voorbeelden van hoe de wijkkrant het politieke wijkdebat beïnvloedt en een van de tegenwichten kan zijn, zoals bij de bebouwing van een natuurgebied naast de Geitenkamp, jaren terug.

Informatie van professionals is onmisbaar
Tegelijk is het soms moeilijk juiste informatie voor de verhalen te vinden. Jos van Beek: ’De wijkmanager en later de stadsdeelmanager en nu het Wijkteam Leefomgeving zijn daar onmisbaar voor. Als je iemand wilt spreken over openbare ruimte of van een handhavingsploeg dan is dat een korte lijn. Het is overigens ook in hun belang, die verbinding. Als de gemeente een besluit neemt, dan is dat vaak algemeen geformuleerd. De gemeente schiet vaak met hagel. Ik probeer altijd de specifieke betekenis te achterhalen voor de wijkbewoners en daarmee de lezers van de wijkkrant, ik probeer te mikken.’

Toch veel bezuinigd op wijkkranten
Intussen is er veel bezuinigd op wijkkranten. De krant in het Arnhemse Broek is gehalveerd van acht naar vier pagina’s en de frequentie is teruggebracht van zes naar vijf nummers per jaar toen de Vogelaargelden opdroogden. In andere wijken is de frequentie ook teruggebracht. In een aantal wijken zoals Burgemeesterskwartier zijn ze wel in staat om met regelmaat full-color wijkkranten uit te brengen. Dat betekent dat de tweedeling in de stad weer groeit, want het Burgemeesterskwartier gebruikt het geld voor wijkcommunicatie, terwijl dat geld in armere wijken ook nodig is voor sociale programma’s. In het Burgemeesterskwartier is ook meer schrijftalent.

De gemeente denkt gauw: doe maar een website
Verhalen uit de buurt versterken de cohesie, vindt Jos van Beek: ‘We hebben landelijke en regionale media. In de wijkkrant staat wat voor jouw buurt belangrijk is en hoe die in elkaar steekt en hoe bewoners en gemeente samen de buurt beter maken. Daar heb je goede verhalen voor nodig.’

Met de mond wordt dat belang wel beleden, maar de praktijk is weerbarstiger, ontdekte Van Beek die dat diverse keren bij wethouders en ambtenaren aankaartte. ‘De gemeente zegt te gauw: doe maar een website. En dan? Dan heb je nog steeds goede verhalen nodig. De afdeling communicatie doet te weinig voor wijkkranten, schiet met hagel en is te weinig op specifieke wijken gericht. Terwijl je voor de waarde van één formatieplaats alle wijkkranten in Arnhem in de lucht kunt houden. Maar het lijkt steeds alsof de gemeente de wijkkrant niet serieus neemt.’

Dit artikel van Simon Trommel verscheen eerder op www.SocialeVraagstukken.nl.