Gebiedsgericht voorbeeld: Delfts Doen

8 februari, 2018 - Webredactie

In Delft hebben we de Delftse participatieaanpak uitgewerkt: Delfts Doen. Heldere spelregels die bruikbaar zijn in de voorbereiding van elk nieuw initiatief, in de stad, de wijk of de buurt. Deze spelregels hebben we samen opgesteld – bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en gemeente – op basis van ervaringen uit het verleden en wensen voor de toekomst.

Hoe willen Delftse inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties betrokken worden bij ontwikkelingen in hun buurt en stad? De gemeente Delft ging daarover met de hele stad in gesprek. De verrassende uitkomst daarvan is de basis voor de nieuwe participatieaanpak.

Omgevingswet als kans voor participatie
De Omgevingswet is een kans om participatie helemaal opnieuw vorm te geven. In onze stad is veel energie; er zijn veel meer ideeën en netwerken dan waar wij van weten. We willen daar goed gebruik van maken en daarom zijn we breed met de stad in gesprek gegaan. Bij een goed participatietraject moet je mensen vanaf het begin betrekken. Dat geldt ook voor de participatie zelf, al lijkt dat een abstract onderwerp.

Breed gedragen aanpak
Vanaf het eerste begin mensen betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen leidt tot betere plannen omdat je allicht dingen hoort waar je zelf niet aan had gedacht. Omdat je in een de ontwikkelingsfase met alle belangen rekening houdt, zijn er minder bezwaren en gaat de besluitvorming sneller. Dat is het idee van de Omgevingswet. Dat vraagt om een breed gedragen participatie-aanpak. Daarom zijn wij met de stad in gesprek gegaan.

Proces naar een aanpak
We hebben de stad op heel veel verschillende manieren vragen voorgelegd over participatie. Met een digitale enquête op het Delftse internetpanel (1488 ingevulde formulieren, een zeer grote respons van 63%), via de verschillende sociale media, via onze website en ook door op straat met mensen in gesprek te gaan. Daarvoor hebben we studenten ingehuurd en een aantal collega’s van de gemeenten heeft eraan meegedaan. Mensen waardeerden die gesprekken enorm. Verder hebben we bijeenkomsten gehouden voor partners, organisaties en ondernemers. Met de raad en het college zijn we ook in gesprek gegaan, en natuurlijk ook met onze eigen collega’s. Participatie moet de cultuur van de gehele gemeente worden. De Omgevingswet raakt tenslotte alle afdelingen.

Wat levert op?
De uitkomsten zijn heel verrassend. Ruim 80% van de Delftenaren wil meepraten over belangrijke ontwikkelingen in de wijk. 60% van hen is bereid om daar tijd en/of geld in te investeren. Vooral als het gaat om onderwerpen in directe leefomgeving zoals groen, parkeren of evenementen. Mensen blijken minder geïnteresseerd in meepraten over onderwerpen zoals water, financiën of veiligheid. Ze vinden: daar hebben we de overheid voor. Opvallend is ook dat 85% van de mensen zegt zich niet vertegenwoordigd te voelen door belangenverenigingen. Een fors percentage dat zeker gevolgen moet hebben voor hoe we met de stad in gesprek moeten. We zijn geneigd om te praten met belangengroepen. Wat echt iedereen heel belangrijk vindt is duidelijkheid over de spelregels bij participatie. Een open, eerlijk en transparant proces is cruciaal.

We verwerken al deze input nu in onze Delftse Participatie Aanpak, die uit drie onderdelen bestaat: een visie op participatie, een set spelregels en een reeks tips en tools voor mensen met een plan. De stukken zijn dit voorjaar klaar. De nieuwe participatie-aanpak gaan we dan uitproberen in The Green Village, Dat is een levend laboratorium op de TU Campus waar onderzoekers, studenten, grote en kleine bedrijven en bezoekers samen op zoek gaan naar nieuwe, duurzame en innovatieve energie-oplossingen. Daar gaan we ook experimenteren met het omgevingsplan om vergunningsvrij bouwenmogelijk te maken. De Delftse Participatie Aanpak gaan we toetsen op het omgevingsplan voor dit gebied. Een lerend proces, waarbij we kijken wat werkt en wat niet. De participatie-aanpak is niet in beton gegoten.

Wat kost het?
Het kost vooral veel tijd. We hebben met twee communicatieadviseurs, twee social-media-adviseurs, een redacteur en een ondersteuner aan de participatie-aanpak gewerkt. Een extern bureau heeft met ons mee gedacht. Het communicatie- en participatiebudget was ca. 57 duizend euro, inclusief budget voor inhuur van het externe bureau.

Dit artikel verscheen eerder www.wijmakennederland.nl.