‘Participatie voor gevorderden’ in Rotterdam: Een les in loslaten

23 maart, 2019 - Webredactie

Rotterdammers hebben het recht gemeentelijke taken over te nemen als ze denken het beter te kunnen. Bewoners van de Schepenstraat deden hun voordeel met dit right to challenge, voor de gemeente een les in loslaten.

Bewoners van de Rotterdamse Schepenstraat, een groene jarendertigstraat niet ver van het Centraal Station, klaagden al jaren over achterstallig onderhoud. Door verzakking, op sommige plaatsen bijna 40 centimeter, braken regelmatig de aansluitingen naar het riool en veranderden kuilen na een regenbui in drassige poeltjes. Toen de gemeente hen uitnodigde voor een informatiebijeenkomst over een herstelplan, was de opkomst dan ook groot.

Tekentafelplan
In de vergaderruimte in de Prinsekerk halverwege de straat moesten de schuifdeuren naar een aangrenzend zaaltje open om iedereen te kunnen ontvangen. Maar de plannen vielen slecht. ‘Het was een tekentafelplan dat geen recht deed aan de omgeving’, zegt Liliane Geerling van Verenigd Schepenstraat vierenhalf jaar later. ‘Het riool werd niet vernieuwd dus daarvoor zou de straat later opnieuw open moeten en de grootste schok voor ons allemaal was dat alle 139 bomen eruit moesten. We zouden jonge sprietjes terugkrijgen in een heel ander ontwerp. Esdoorns kunnen niet tegen ophoging. Oké, dachten wij, maar moet er per se overal 40 cm opgehoogd worden? Is er geen maatwerk mogelijk?’ Er waren veel vragen. Een groepje bewoners besloot zelf een plan te maken, dat het groene, parkachtige karakter van de straat zou bewaren en tegelijk andere problemen zou aanpakken, zoals hardrijden en onveilige verkeerssituaties. ’Sommigen van ons hadden een achtergrond die specifiek van pas kwam’, verklaart Geerling, zelf stedenbouwer. ‘Er was een hydroloog, een landschapsarchitect, iemand die iets wist over ondergrondse leidingen.’

Op het stadhuis werd in dezelfde tijd Right to Challenge opgetuigd, een participatiemodel dat goed leek aan te sluiten bij de initiatiefrijke bewoners van de Schepenstraat. Zo werd 1 plus 1 twee.

Doorzettingsmacht
Rotterdammers moeten meer zeggenschap krijgen, stelden CDA, D66 en Leefbaar Rotterdam in mei 2014 in het coalitieakkoord. Een van de vier instrumenten die daarvoor zou kunnen zorgen, was Right to Challenge, een uit Groot-Brittannië overgewaaid model voor burgerparticipatie. Waarmee wijken en buurten lokale voorzieningen en gemeentelijke taken in eigen hand nemen: denk je dat het onderhoud van het plantsoen beter of het beheer van het buurthuis efficiënter kan? Daag de gemeente uit en doe het zelf! Alle gemeentelijke taken zijn geschikt voor een challenge, behalve taken die zijn voorbehouden aan de overheid, zoals het werk van hulpdiensten.

Toenmalig wethouder Joost Eerdmans (democratische vernieuwing, Leefbaar Rotterdam) zette de deur meteen open voor bewoners met een plan. Er werd een kader opgesteld en werkenderwijs kreeg het model meer vorm. Zo mogen de kosten voor de uitvoering niet hoger zijn dan in de huidige situatie, moet het plan gedragen worden door de buurt en moeten de initiatiefnemers georganiseerd zijn in een rechtsvorm omdat de gemeente een overeenkomst met ze sluit. Burgers met een plan pitchen hun idee nu bij het Platform Right to Challenge, legt procesmanager Ines Balkema uit. Het platform bestaat uit gemandateerde afdelingshoofden van de verschillende clusters (‘onze doorzettingsmacht’) en voor het beoordelen van een challenge schuift de betrokken rayondirecteur aan. De vakinhoudelijke wethouder en niet een ambtenaar beslist uiteindelijk of een challenge zal worden uitgevoerd. Balkema: ‘We willen voorkomen dat bij een ingewikkelde challenge het ambtelijk apparaat deze kan tegenhouden. Het is een politiek besluit, na een advies van het platform.’ Na goedkeuring werken de indieners de challenge uit met de ambtenaren. Dat leidt tot een overeenkomst met werkafspraken en de start van de challenge.

Stevige gesprekken
De bewoners van de Schepenstraat ontwierpen zelf de bovengrondse en een deel van de ondergrondse inrichting van de straat en organiseerden de participatie. Vierenhalf jaar, veel voorlichtingsbijeenkomsten, werkuren, nieuwsbrieven en workshops later, hebben ze de straat die hun voor ogen stond, inclusief vernieuwd riool. Ruwweg de helft van de bomen is gespaard door de loop van het riool hier en daar aan te passen en door minder op te hogen. Jorrit Vroon, meubelmaker en een van de leden van de ‘kerngroep’: ‘Ik kan me voorstellen dat de gemeente niet voor elke tien meter in de straat een ander plan maakt. Wij hebben de tijd, energie en motivatie om dat wel te doen. Omdat wij daar wonen.’

De samenwerking en communicatie met de gemeente, die zorgdroeg voor de aanleg van het riool, liep volgens de bewoners niet altijd soepel. Vroon trekt een grimas: ‘Soms waren er stevige gesprekken. Wij zeiden tegen ambtenaren op het stadhuis: wij kunnen het beter. Dat is voor hen natuurlijk wel even slikken. Ze moesten ons opeens faciliteren.’ De grootste uitdaging voor de gemeente is loslaten, bevestigt Balkema, ‘vooral voor vakinhoudelijke collega’s. Onze uitvoerende collega’s in de gebieden zijn meer gewend aan participatie. Daarom spreken we met de uitdagers altijd af bij de gebiedsorganisatie en fungeert de wijkmanager of rayondirecteur als voorzitter.’

Geduld en vaardigheden
Right to Challenge is voor een gemeentelijke organisatie ‘een oefening in bescheidenheid en lenigheid’, luidt ook een van de conclusies van een onderzoek uit 2017 van de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgevoerd in opdracht van de gemeente na de eerste twee jaar. Initiatieven passen vaak niet bij de gemeentelijke procedures en structuren, ze vergen aanpassing en een open houding. Aan de andere kant vraagt Right to Challenge van de initiatiefnemers veel geduld en vaardigheden, aldus de onderzoekers. Ze noemen het model ‘participatie voor gevorderden’.

De gemeente heeft de werkwijze inmiddels aangepast. De vakinhoudelijke ambtenaren wachten niet af tot een uitgewerkte challenge wordt ingediend, maar denken vanaf het eerste idee mee. Rotterdam telt nu tien challenges in verschillende stadia. Van de Schepenstraat heeft de gemeente vooral geleerd te kijken vanuit verschillende perspectieven en belangen, zegt projectmanager Anne Mollema. ’Als je ontwerp ter plekke niet voldoet, moet je samen kijken met de directievoerder, aannemer en bewoners hoe het anders kan. Dat hebben we steeds meer gedaan en dat is goed bevallen. Je kunt tekenen tot je een ons weegt, maar de werkelijkheid bestaat alleen buiten.’

Right to Challenge als model past volgens Mollema bij een moderne gemeentelijke organisatie. ‘Het vraagt evenveel vakkennis, maar een andere manier van communiceren. Ga niet in de verdedigende stand in gesprek met bewoners. Vraag je af wat de vraag achter de vraag is, wat zijn de wensen en wat speelt er?’

Vertrouwen
Het kernteam in de Schepenstraat is een welkome trait-d’union geworden tussen bewoners en gemeente. ‘Als we nu een probleem hebben bellen we de projectmanager en komt het meestal voor elkaar’, zegt voorzitter Liliane Geerling. ‘We hadden alle ambtenaren ook uitgenodigd bij de workshops voor bewoners, dat schept onderling vertrouwen. Zij weten tenslotte vanuit hun expertise wat wel en niet mag en konden uitleggen waarom de ene verkeersdrempel beter werkt dan de andere.’

Over drie weken wordt de vernieuwde Schepenstraat geopend met een groot feest in en rond het kerkgebouw waar het zaadje vierenhalf jaar geleden werd geplant. Met optredens van talent uit de buurt, hapjes van een cateraar uit de straat en de première van een eigen straatlied. Tegen die tijd heeft de plantsoenendienst ook de planten geleverd voor de negen plantsoentjes die bewoners zelf gaan onderhouden. Hoe dat moet, hebben ze geleerd op een workshop en kunnen ze nalezen in het door bewoners gemaakte boek Samen het Plantsoen Doen. Voorlopig doen veel bewoners in de Schepenstraat nog graag zo veel mogelijk zelf.

Dit artikel verscheen eerder op www.VNG.nl