Gebiedsgericht voorbeeld: Loslaten is ook echt loslaten

27 oktober, 2018 - Webredactie

Wijkaanpak is meer dan alleen programma’s. Het is loslaten zonder de neiging om nieuwe controle in te bouwen. Buurtwijs reist af naar Den Haag en spreekt met Hans Hoogvorst en Hans van Oel uit de Haagse buurt ReVa.

In Den Haag is Stichting Buurteigenaren Valkenbos/Regentes sinds een jaar actief. Een stichting die zich hard maakt voor het belang van de wijk. Dat doet zij op verschillende manieren, maar altijd door de samenwerking te zoeken met organisaties, ondernemers en bewoners. We spreken thuis af bij Hans Hoogvorst, één van de vijf bestuursleden van de Stichting Buurteigenaren. Zijn medebestuurslid Hans van Oel is ook aanwezig.

Hans en Hans, zo grappen ze zelf, zijn actieve buurtbewoners in Den Haag. Zij wonen in het Regentesse/Valkenboskwartier. Dat is een gemêleerde wijk, de wijkopbouw is divers. Die diversiteit heeft te maken met de geschiedenis. Een deel van de woningen is gebouwd op zandgrond, vroeger voor de welgestelden, en een deel op veengrond, voor de armere bewoners. Zand en veen overlappen hier voor een deel, maar toch zijn er nog steeds grote verschillen. Onder meer tussen woningbezitters en huurders die op de veengrond huren van vooral particuliere eigenaren. ‘Wij hebben een buurt waar veel verschillende mensen wonen, dat is een van de sterke punten van de wijk,’ vertelt Hoogvorst. ‘Onze stichting wil de kracht van de buurt versterken door de samenwerking tussen bewoners, ondernemers en andere organisaties te bevorderen, zowel op sociaal als op economisch gebied. Met als doel de leefbaarheid te versterken. Kortom: we werken aan een wijk voor iedereen!’

Ontbrekende wijkgedachte
Het bestuur heeft de focus gelegd op de Weimarstraat, een winkelstraat die over een lengte van 1,5 km de hele wijk doorsnijdt. Van Oel: ‘Wij willen de winkelstraat bij iedereen onder de aandacht brengen. Wij geloven dat een goedlopende winkelstraat niet alleen de buurteconomie versterkt, maar ook zorgt voor een sterkere buurt.’ Hoogvorst vult aan: ‘De Weimarstraat is in potentie een geweldige straat, waar diversiteit een onderscheidende factor kan zijn. Maar wil je dat tot z’n recht laten komen, dan vraagt dat wel om een visie en daar dan ‘bovenop’ blijven zitten. In Amsterdam hebben we gezien hoe belangrijk een winkelstraatmanager daarbij kan zijn. In de Haagse Weimarstraat zitten goede lokale ondernemers.’

Volgens Hans en Hans wordt de ontwikkeling van de Weimarstraat al jarenlang gefrustreerd door  een beperkte visie van de gemeente. Bij de ambities die er zijn in het kader van mobiliteit, wonen of duurzaamheid ontbreekt de wijkgerichte gedachte. En dat levert problemen op bij de gebruikers. Zo weten de Hansen te vertellen dat er lang geleden een idee was voor een fietsroute door de straat. Dat werd van bovenaf opgelegd en heeft veel kwaad bloed gezet bij ondernemers. Actieve bewonersgroepen en winkeliers stonden tegenover elkaar en er is wantrouwen naar de gemeente ontstaan, volgens de heren. De verhoudingen zijn hierdoor op scherp komen te staan. Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe gebiedsplanning niet moet.

De Weimarstraat kent zoals gezegd een grote diversiteit aan ondernemers. Van fietsenwinkel, supermarkten tot kunstzinnige winkels. Minder enthousiast zijn de mannen over het aantal coffeeshops in een deel van de straat. In dat verband wordt in de laatste gemeentebegroting de Weimarstraat expliciet genoemd, maar maatregelen lijken vooralsnog niet genomen te worden. Van Oel: ‘We hebben een slogan bedacht: ‘Wij Weimar’ en via deze slogan willen we als stichting laten zien wat voor een straat de Weimarstraat zou kunnen zijn. Een goedlopende winkelstraat draagt bij aan een sterke wijk, daarnaast kan het enorm helpen om de veiligheid en het veiligheidsgevoel in de wijk te versterken.’

Straatbeleving
Momenteel voert de stichting, in samenwerking met de Haagse Hogeschool en het opbouwwerk, onderzoek uit om er achter te komen hoe buurtbewoners de straat beleven. Het opbouwwerk helpt mee om de minder zichtbare groepen aan te laten haken. Mogelijk komt er ook nog een eigen winkel, zegt Hoogvorst. ‘Vanuit die winkel kunnen we allerlei activiteiten organiseren en kunnen we  nog beter zichtbaar maken waarom de verbinding tussen ondernemers, bewoners en organisaties belangrijk is.’

‘Samengevat willen wij de straat sterker maken en daarmee de veiligheid, buurteconomie en buurtkracht vergroten,’ legt Hoogvorst uit. ‘Dat willen we wel in samenwerking met alle partijen doen, iedereen moet zich bekommeren om het geheel. Vanuit die visie zouden we dan ook graag samenwerken met de gemeente.’

Hiërarchie doorbreken
Ook al zijn er gesprekken geweest met diverse ambtelijke comités, toch leeft bij de stichting het gevoel dat het nog ontbreekt aan doorzetmacht bij de gemeente. Op de vraag waar dit aan ligt, geven Hans en Hans aan dat de gemeente kampt met versplintering en gebrek aan continuïteit in de ambtelijke organisatie. Hoogvorst: ‘Wij hebben te maken met verschillende ambtenaren van goede wil. Soms ook met ingehuurde mensen. Het kost tijd en energie om iedereen op een lijn te krijgen. Bovendien vergt de aanpak van een winkelstraat een lange adem. Continuïteit in zowel beleid als personeel is een vereiste en dat is waar het binnen een gemeentelijke en politiek gestuurde organisatie nogal eens aan ontbreekt.’

De gemeente zegt dat zij veel meer wil samenwerken met bewoners die initiatieven ontplooien. Dat ze ruimte wil geven en dat ze wil loslaten. Hans en Hans vertellen vurig dat dit veelal een papieren werkelijkheid is. Zij zien dat juist niet gebeuren. Hoogvorst: ‘De goede wil kan er zijn, maar in de praktijk werkt het absoluut niet. Want loslaten betekent ook echt loslaten! De valkuil van de gemeente is dat zij bij het loslaten de neiging heeft weer nieuwe controle in te bouwen. Om echt los te kunnen laten hebben de ambtenaren meer beleidsruimte nodig – het vraagt om andere competenties.’

Hoogvorst: ‘De wijkaanpak-nieuwe-stijl moet meer zijn dan programma’s. Het gaat hier om bestuurlijk durven loslaten. Het is nu zo moeilijk de ambtelijke hiërarchie te doorbreken. Er zijn wel een paar voorbeelden hoe het anders kan. Zo werken ze in de gemeente Rotterdam met Stadsmariniers en hebben ze in de gemeente Dordrecht ‘toppers’ uit maatschappelijke organisaties ingezet als wijkmanagers. Deze mensen werken dwars door de organisatie waarbij zij als doorbrekende kracht fungeren.’

Parels beschermen
Tot slot benadrukken de Hansen nog eenmaal waarom ze zich op deze wijze inzetten voor de wijk. Van Oel: ‘Als onafhankelijke stichting komen wij op voor een sterke en leuke wijk. Onze buurt is heel populair en bezit vele parels. Die parels moeten beschermd worden en beter kunnen glanzen. Dat moeten we met elkaar doen: bewoners, ondernemers, organisaties en gemeente.’

Lees meer over de Haagse wijkaanpak.