Interview Platform Stad en Wijk met Willem Stam

5 juni, 2019 - Webredactie

Het Platform Stad en Wijk onderzoekt diverse ‘plekken van hoop en verandering’. Plekken waar burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en/of de gemeente gezamenlijk creatieve oplossingen bedenken voor maatschappelijke kwesties. Ze vroegen aan Willem Stam, voorzitter van het LPB, en strategisch adviseur bij de gemeente Den Helder hoe hij naar de hedendaagse opgaven en mogelijke samenwerkingsvormen kijkt.

De komende jaren staan gemeenten voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Welke zijn volgens u de belangrijkste?
“Dat zijn er veel. Neem alleen al het verduurzamen en het klimaatbestendig maken van onze steden. Dat raakt verschillende subthema’s zoals energiehuishouding, gezondheid, voedsel, waterbeheer en het gasloos maken van de woningvoorraad. Naast deze nieuwe opgaven blijft het in stand houden van de leefbaarheid een uitdaging. Gemeenten bezuinigen al jaren op beheer en onderhoud, met daaraan gekoppeld een beroep op burgers om méér te participeren in het schoon, heel en veilig houden van hun eigen buurt. Die combinatie heeft nog niet altijd tot de beste resultaten geleid.”

Hoe kunnen deze vraagstukken het best worden aangepakt?
“Vanuit de overheid wordt met name op wijkniveau veel oplossingskracht gezien voor grotere maatschappelijke vraagstukken. Er is behoefte aan echte ‘inclusieve wijken’ waar iedereen tot zijn recht kan komen en er ruimte is voor levensloopbestendig wonen en leven. Als dat lukt zullen mensen minder een beroep doen op (dure) individuele hulpverlening, zo is de gedachte. Daarbij wordt voldoende ‘voorzorg’ in wijken een belangrijk aandachtspunt door middel van maatschappelijk vastgoed, sociale netwerken en een innovatieve inzet van maatschappelijke organisaties die méér aan preventie gaan doen en community building. Daarnaast bieden de opgaven van morgen ook veel kansen. De urgentie bij de energietransitie zorgt bijvoorbeeld voor het beschikbaar komen van meer middelen en daagt ook uit tot innovatie en nieuwe samenwerkingsvormen.”

Zijn de genoemde partijen al in staat om een dergelijke denk- en werkwijzen te hanteren?
“Veel gemeenten maken op dit moment een cultuurverandering door, met name gedreven door de invoering van de omgevingswet en daardoor zullen zij open staan voor faciliterend werken in samenwerking met andere partijen. Tegelijkertijd zie je dat een deel van de burgers mondiger en zelfredzamer zijn geworden. De uitdaging is die kennis en energie in te zetten voor de ontwikkeling van buurten en wijken.”

De afgelopen jaren hebben dit soort wijken geen gebrek gehad aan beleid en aandacht. Wel wordt er verschillend gedacht over de effectiviteit. Hoe denkt u over de beleidsinspanningen en beleidsresultaten?
“De wijkenaanpakken vanuit het Rijk hebben wel goed gewerkt als interventie, maar zijn vaak te top-down ingeschoten en borging in bestaande processen heeft vaak niet de hoogste prioriteit gehad. Wanneer de projectmatige wijkaanpak dan is afgerond valt de wijk weer terug in het reguliere beheer van een gemeente en dan blijkt geld, capaciteit, organisatiegraad en aandacht niet goed geregeld en kunnen wijken opnieuw afglijden. Dan blijkt opnieuw dat gemeenten nog te weinig gebiedsgericht en integraal werken. Het is echt van belang dat dit gaat veranderen.”

Hoe ziet u dit voor zich?
“Gemeenten zullen méér faciliterend moeten gaan werken en zichzelf moeten gaan zien als altijd een deel van de oplossing. Als een – ten opzichte van burgers – een gelijkwaardige partij. Daarbij is het van belang dat gemeentelijke organisaties tot aan het bestuur ‘ontschotten’ gaan bouwen aan communities in buurten en wijken. Dat betekent beter kijken en luisteren wat er leeft onder burgers en ondernemers. Daarvoor zijn mensen nodig die optimaal kunnen functioneren in wijkprocessen en wijkopgaven. Wijkmanagers, wijkcoördinatoren, wijkregisseurs zijn daarmee minstens zo belangrijk als de gemeentesecretaris.”

En wat betekent dit voor de rol van de burger?
“Op hen zal ook een stevig beroep worden gedaan. En dat is misschien niet overal even makkelijk. Veel mensen zijn immers niet gericht op de samenleving, omdat we met z’n allen vrij individualistisch zijn geworden. Aan de andere kant: burgers weten veel, kunnen veel en willen in de meeste gevallen ook. Daarbij zullen we op zoek moeten naar een nieuwe balans tussen wat we van een overheid kunnen verwachten en wat de meeste burgers heel goed zelf kunnen. Woningbezitters kunnen bijvoorbeeld aan de slag met het verduurzamen en levensloopbestendig maken van hun woning. Als het gaat om zaken als zorg, mobiliteit, leefbaarheid, energie- en voedselproductie kunnen bewoners veel meer met elkaar in collectieven realiseren.”

Geldt dit voor alle burgers?
“Nee, natuurlijk is er een grens bij de capaciteit van mensen als het om kennis, tijd en geld gaat. Er blijven natuurlijk altijd mensen die veel méér ondersteuning nodig hebben. Dan is er een overheid die moet faciliteren. De overheid kan daar niet op afstand blijven en zal vanuit een actieve rol maatwerk moeten leveren.”

Ons onderzoek en nog te verschijnen boek gaat over vernieuwende samenwerkingsverbanden tussen burgers, overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Hoe kijkt u hier tegen aan?
“Vernieuwend moeten zijn, is in mijn ogen een valkuil. Mijn inspirerende voorbeelden liggen vooral in dorpen. Daar heerst vaak nog een oude dorpscultuur waardoor veel burgerinitiatief mogelijk is. We moeten oppassen dat we niet in de belangrijkste valkuil trappen die nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen oproepen: dat we te grote ambities hebben en te snel willen, te weinig begrip van en voor manieren van werken hebben binnen verschillende organisaties, te weinig oog voor de kloof tussen werken vanuit de systeemwereld of werken vanuit de leefwereld van mensen. Voor mij zijn de mensen belangrijk waar de samenwerking mee aangegaan wordt. Dat geldt zowel voor de burgers en ondernemers, maar ook voor mensen vanuit de overheden en maatschappelijke organisaties. Dat zij enthousiast, betrokken en teamspeler zijn, kennis van zaken hebben, bereid zijn zaken op zich te nemen, en slagkracht hebben.”

Dit interview verscheen eerder op www.platformstadenwijk.nl 

Lees meer over de te verschijnen publicatie van Platform Stad en Wijk in de LPB Agenda.