Leefwereld

2 februari, 2016 - frank_brander@me.com

door Floortje Verheul >>

De eerste keer dat ik het raadhuis betrad, was tevens de eerste keer dat de begrippen leef- en systeemwereld mij in deze context ter ore kwamen. Habermas is mij echter niet vreemd. Tijdens mijn studie filosofie, en later voor de klas, heb ik hier meermaals aandacht aan besteed. Behalve dat ik het niet helemaal eens ben met hoe de theorie van Habermas gebruikt wordt om uit te drukken wat “leefwereld” binnen het gemeentelijk handelen betekent, zijn er andere aspecten van zijn theorie waar ook een belangrijke les uit te leren is. Het is natuurlijk goed mogelijk dat de begrippen “leefwereld” en “systeemwereld” een eigen leven zijn gaan leiden en niets te maken hebben met wat Habermas bedoelt. Deze discussie lijkt me echter van weinig toegevoegde waarde en daarom wil ik graag de andere leerzame aspecten belichten. Hier wil ik nog aan toevoegen dat de gesprekken bijna altijd gaan over de systeemwereld, waarmee dit dus het onderwerp van gesprek is wat de aandacht krijgt en niet de leefwereld waar het ons om te doen is. Verdient de leefwereld het niet juist besproken te worden? Een stukje theorie, ditmaal over leefwereld.

Volgens Habermas zijn er twee manieren om handelingen te coördineren, communicatief en strategisch. Bij communicatief handelen is het om overeenstemming en wederzijds begrip te doen, wanneer men strategisch handelt is men gericht op het resultaat, kortom het realiseren van doelen (ongeacht of dit ten koste gaat van de doelen of belangen van anderen). Zo ontstaan leefwereld en systeemwereld. Voor communicatief handelen hoeft overigens niet per se gesproken te worden, het gaat om het afstemmen van handelingen en dit gaat het beste tegen een achtergrond van gedeelde consensus – de leefwereld.

Hoe ontstaat dan deze gedeelde consensus? De voorwaarden voor communicatief handelen zijn volgens Habermas als volgt: waarheid (veronderstelt dat de gesprekspartner de waarheid spreekt), juistheid (men veronderstelt dat de gesprekspartner gerechtigd is om de uitspraken te doen die hij doet ) en waarachtigheid (men veronderstelt dat de gesprekspartner meent wat hij zegt en de discussie serieus neemt). Dit betekent dat wanneer iemand een uitspraak doet men ervanuit mag gaan dat hieraan wordt voldaan en dat er zodoende een rationele discussie kan worden gevoerd. Hier stelt hij nog een andere voorwaarde: de machtsvrije discussie. Dit is een van de punten die onderbelicht blijft in het gesprek dat in gemeenten gevoerd wordt over de leefwereld. In een machtsvrije discussie mag geen enkele deelnemer een overheersende rol spelen, anders dan gebaseerd op de ‘macht’ van het betere argument. Daarnaast mogen er geen deelnemers worden uitgesloten van discussie.

Genoeg theorie, hoe koppelen we dit aan de praktijk? Habermas erkent dat een machtsvrije discussie vrijwel onmogelijk is. Zo ver mijn ervaring reikt, kan ik dit bevestigen. Ik ben een keer een dag met drie handhavers mee geweest, dit gaf een goed beeld van hoe de inwoner naar de gemeente kijkt. Natuurlijk hebben handhavers een imposante outfit aan, dat benadrukt de machtsverhouding. In alles voelde ik dat geen enkel gesprek machtsvrij was. Maar andersom merk ik het ook. Wanneer er intern gediscussieerd wordt, ongeacht waarover, spreken we vaak vanuit functie. Dit heeft tenminste twee gevolgen, in deze discussie zelf zitten al hiërarchische structuren (bijvoorbeeld, ik praat als trainee met een clustermanager) en ten tweede, we handelen als ambtenaren. Hiermee bedoel ik dat we in een ‘machtspositie’ staan ten opzichte van de inwoners, uiteindelijk wordt door ambtenaren op het raadhuis besloten wel of geen subsidie te verlenen. Waarom communiceren en handelen we niet als ‘mensen’? Inwoners zijn we immers allemaal, al dan niet in de gemeente waar we werkzaam zijn.

Habermas stelt dat de leefwereld wordt gekoloniseerd door de systeemwereld. Een volgend blog wil ik graag aan de systeemwereld wijden, dus daarover later meer. Voor nu wil ik besluiten met ‘macht’. We zien hier reeds verschuivingen in, aangewakkerd door de discussie over leef- versus systeemwereld. We halen buiten naar binnen, participeren alle kanten op, werken toe naar platte netwerkorganisaties met zelfsturende teams. Kortom, de machten zijn aan het verschuiven. Zonder er een heleboel andere discussies bij te betrekken, wil ik hierin graag een beroep doen op ons ‘mens-zijn’. We zijn het allemaal – mens – en in alle puurheid bestaat tussen twee mensen geen machtsverhouding of oordeel. Zullen we daar dan eens mee ophouden, oordelen?

Floortje Verheul
Trainee Gebiedsmanagement at Gemeente Haarlemmermeer