Meetupblog: een sterk koppel, die wijkregisseur en de ambtenaar binnen

16 juli, 2018 - Webredactie

door Merlijn van Hulst >>

Op uitnodiging van de gemeente Zutphen en het LPB, stroomt op 28 juni een prachtige Zutphense zaal vol. Het ochtendprogramma, dat ik als onderzoeker bijwoon, heeft een aantal onderdelen. Om te beginnen zijn er sprekers uit de gemeentelijke organisatie en het bestuur. Daarna krijgen de wijkregisseurs de kans hun eigen methode met het publiek te delen en de mensen ermee te laten oefenen. Tenslotte komen actieve burgers aan het woord om over hun (indrukwekkende) projecten te praten.

In deze blog kies ik er voor kort te reflecteren op wat één van de inleiders ons vertelde en op de methode van de wijkregisseurs. Gemeentesecretaris Boy Jansen vertelde over de organisatieverandering die hij en zijn collega’s de afgelopen jaren hebben ingezet en doorgemaakt. De organisatie moet zich, kort gezegd, meer op buiten richten. Dat lijkt, met vallen en opstaan, een operatie met slagingskans te zijn geworden.

Tegelijkertijd sluit die operatie natuurlijk aan op trends die al heel erg lang lopen. Een van die trends is dan ook waar de wijkregisseurs over spreken: Al ruim twee decennia geleden begon het wijkgerichte werken in Zutphen. Door de tijd heen ontwikkelden zich vier kernelementen. De Zutphense aanpak is gebieds-, samenwerkings-, kans- en procesgericht. De vraag die in reactie hierop terecht werd gesteld, is of iedere gemeente-ambtenaar zich tot een wijkregisseur zou moeten doorontwikkelen. Jansen reageerde terughoudend dat iedere ambtenaar ten minste één contact buiten zou moeten hebben.

Ik had hem daar graag nog over horen verder filosoferen, maar doe dat (in zijn afwezigheid) hier zelf maar even. Het lijkt me goed dat gemeenten zich meer op het buiten moeten richten, zonder dat zij zichzelf volledig binnenstebuiten proberen te keren. Zoals u weet is het noodzakelijk om gebruik te maken van de kennis en kunde van buiten het gemeentehuis, om goed te luisteren naar wat burgers nu eigenlijk ervaren en wensen. Het is ook heel goed om je regelmatig af te vragen of hetgeen je als ambtenaar doet, goed is voor de burgers. Het antwoord is echter zelden eenvoudig, omdat er waarden moeten worden afgewogen en gebalanceerd.

Voorlopig hebben we dan ook gemeentelijke organisaties nodig waar mensen werken met diverse, complementaire vaardigheden. De schakelaars en de verbinders zitten op het proces en halen er collega’s bij voor hun (aanvullende) verstand van inhoud en procedures. Ieder zijn en haar vak. Idealiter, zo mogen we hopen, vormen ze sterke koppels de wijkregisseur en zijn partners van binnen. Het lijkt erop alsof dit in Zutphen de goede richting in gaat, maar wellicht ben ik de roddels hierover misgelopen. Tja, dan had ik moeten blijven tot en met het (na)borrelen.

Merlijn van Hulst
Universitair hoofddocent, Universiteit van Tilburg