Gastblog: De Wijkcoöperatie als nieuwe entiteit

18 april, 2019 - Webredactie

door Jan Smelik >>

Nederland heeft een rijke traditie in maatschappelijk initiatief waarmee in het verleden vele sociale problemen zijn opgelost, maar in de vorige eeuw heeft de staat de controle over de (semi-)publieke sector grotendeels overgenomen. Het lokale initiatief is daarbij stukje bij beetje afgebroken.

De wijk als nieuwe zuil
De oude zuilen zijn weg, kerken liepen leeg, woningcorporaties en kruisverenigingen werden onpersoonlijke instanties, scholen fuseerden tot onherkenbare grote eenheden. Hetzelfde gebeurde met de (lokale) overheid zelf trouwens.

Zoals Nico de Boer in zijn blog Opbouwwerkers in dienst van burgers terecht opmerkt: er is behoefte aan sterkere instituties voor burgers. Lokale hubs waarmee ze het sociale leven in hun eigen buurt en daaromheen kunnen organiseren: zorg, werk, dienstverlening, sociale contacten, welzijn, energie, huisvesting, openbare ruimte en zo meer. De wijk als nieuwe zuil.

Wijkcoöperaties zijn in opmars
Nou, we kunnen hem op zijn wenken bedienen. Het aantal bewonerscollectieven dat vraag en aanbod rond ondersteuning, welzijn, zorg en wonen in hun dorp of wijk organiseert neemt snel toe. Zij noemen zich onder andere zorgcoöperaties, stadsdorpen, zorgzame dorpen of noaberzorgpunten. Het zijn er inmiddels rond de 800 en er komen er meer dan 100 per jaar bij. Deze initiatieven verbinden zich in toenemende mate met andere bewonersinitiatieven (energie, ruimtelijke ordening) en zijn op zoek naar meer ruimte, meer waardering en structurele financiering. Een middel daartoe is de wijk- of dorpscoöperatie: een innovatieve organisatorische, juridische en economische entiteit die op veel plekken al in ontwikkeling is. Bewoners en professionals verenigen zich als gelijkwaardige partners en bereiken zo gezamenlijk doelen die voor elk afzonderlijk onbereikbaar zouden zijn geweest.

De wijkcoöperatie mobiliseert bewoners, faciliteert sociaal ondernemers, verbindt wijkpartners en sluit integrale wijkcontracten. En wordt zo een gelijkwaardige samenwerkingspartner voor gemeente, welzijn, zorgverzekeraar en zorgkantoor. Kan ook professionals in dienst nemen: wijk- of dorpsondersteuners, die als spin in het web de verbindingen leggen tussen informele en formele zorg en als universeel loket voor bewoners kan fungeren. En natuurlijk de wijkverpleegkundige.

Beter en goedkoper
Dit lijkt nog ver weg, maar vergis je niet: deze transitie is in volle gang. Er wordt al gebouwd aan business cases voor wijkcoöperaties, op basis van shared savings waarbij kostenbesparingen worden verdeeld. Want de sociale infrastructuur in de wijk gaat op deze manier een stuk beter en goedkoper worden. Er zijn plannen voor een aantal doorbraakgebieden waar het hele stelsel op de schop gaat.

Beter en goedkoper dus. Beter, omdat bewoners echt weten wat er nodig is in de wijk en omdat zij niet denken vanuit het systeem maar vanuit de leefwereld van de medebewoner. Goedkoper, omdat alleen dat wordt georganiseerd waar echt behoefte aan is, omdat er geen bureaucratisch systeem behoeft te worden onderhouden, omdat veel ‘werk’ dat nu door professionals wordt gedaan door vrijwilligers kan worden gedaan en, last but not least, omdat er veel eerder wordt ingegrepen. Voorkomen is beter – en natuurlijk ook goedkoper – dan genezen. In mijn eigen dorp, Austerlitz, kan dit al in volle glorie worden aanschouwd.

Zo bereiken we – dat voorspel ik – binnen drie jaar het tipping point, waarna het heel snel kan gaan. Daar mag de lezer mij aan houden!

Deze blog verscheen eerder op www.buurtwijs.nl

Jan Smelik
Algemeen coördinator van Nederland Zorgt Voor Elkaar